Staatssecretaris Van Oostenbruggen van Financiën heeft de Eerste Kamer de nota naar aanleiding van het verslag bij het wetsvoorstel Wet tegenbewijsregeling box 3 gestuurd. Hierin gaat de bewindsman in op de voorgestelde aanpassingen, internationale aspecten, budgettaire aspecten, gevolgen voor burgers en bedrijfsleven en uitvoeringsaspecten.

Het wetsvoorstel zorgt voor duidelijkheid en rechtszekerheid doordat de wetgeving in lijn wordt gebracht met arresten van de Hoge Raad en door nadere regels voor te schrijven voor enkele gedetailleerde vraagstukken waarover de Hoge Raad geen uitspraak heeft gedaan. Als het wetsvoorstel niet wordt aangenomen leidt dit naar verwachting tot onduidelijkheid bij belastingplichtigen en komen er mogelijk meer vragen bij de Belastingdienst binnen waarbij de kans op vervolgprocedures toeneemt om duidelijkheid te krijgen van de rechter. De nadere regels gaan onder meer over het genietingstijdstip van het inkomen, het buiten toepassing blijven van de schuldendrempel en de toepassing van vrijstellingen met een grens of een drempel (zoals bij de vrijstelling voor groene beleggingen). Het niet kunnen aftrekken van de kosten geldt voor alle eigenaren van verhuurde en niet-verhuurde woningen die gebruik willen maken van de tegenbewijsregeling. De tegenbewijsregeling kan voor belastingplichtigen alleen voordelig zijn en niet resulteren in het betalen van meer belasting vergeleken met de huidige forfaitaire systematiek.

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 5.32a

Wet inkomstenbelasting 2001 5.31b

Wet inkomstenbelasting 2001 5.31a

Wet inkomstenbelasting 2001 5.26

Wet inkomstenbelasting 2001 5.10

Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscale wetsvoorstellen

Regelgevende instantie: Staten-Generaal

Editie: 1 juli

Informatiesoort: VN Vandaag

78

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen