Minister Paul van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de nota naar aanleiding van het verslag bij het wetsvoorstel verlenging van de transitieperiode naar het nieuwe pensioenstelsel naar de Eerste Kamer gestuurd.

De gestelde vragen gaan op hoofdlijnen voornamelijk over de Wet toekomst pensioenen (Wtp). Een deel ziet op het verworpen amendement Joseph c.s. en maar een klein deel van de vragen gaat over dit wetsvoorstel dat de transitieperiode verlengt. Als een pensioenuitvoerder de transitie niet op tijd lijkt te halen, dan kunnen de consequenties volgens de minister groot zijn. In de memorie van toelichting van de Wtp is beschreven wat deze sancties zijn. Een van deze sancties is de zogenaamde sanctiebepaling. Het is wenselijk om te voorkomen dat dit plaatsvindt voor fondsen en daarmee deelnemers die de transitie net niet kunnen halen. Daarom is het noodzakelijk om tijdig in de transitie te kunnen bijsturen. Dat wordt geregeld met dit wetsvoorstel, omdat de transitiedata worden overgeheveld naar een AMvB. Er is nu geen aanleiding om de uiterste transitiedatum verder te verlengen. Het is de bedoeling dat het wetsvoorstel 1 januari 2026 in werking treedt.

Wetingang:

Wet op de loonbelasting 1964 artikel 18A

Rubriek: Loonbelasting

Regelgevende instantie: Staten-Generaal

Editie: 22 september

Informatiesoort: VN Vandaag

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen