Staatssecretaris Heijnen van Financiën heeft de Tweede Kamer de nota naar aanleiding van het verslag bij het wetsvoorstel Wet behoud verlaagd BTW tarief op cultuur media en sport aangeboden.

Het lagere BTW-tarief blijft gelden voor diverse culturele, sportieve en mediagerelateerde activiteiten zoals toegang tot musea, sportwedstrijden, toneeluitvoeringen, e-boeken en sportbeoefening. Dit wordt gedekt door het beperkt toepassen van de tabelcorrectiefactor voor de loon- en inkomstenbelasting.  

Het kabinet onderzocht de volgende alternatieven voor deze dekking: schrappen van andere verlaagde tarieven zoals het tarief voor sierteelt, generieke verhoging van BTW-tarieven en stappen richting uniformering. Daar was onvoldoende draagvlak voor in de Kamer.

Voor logies geldt per 1 januari 2026 wel het hoge BTW-tarief van 21%. Ondanks zorgen over ondernemers en burgers en mogelijke grenseffecten, blijft deze verhoging staan. Het verlaagde tarief is niet doelmatig.

Het kabinet erkent dat het huidige BTW-stelsel complex is. Uniformering van het BTW-tarief zou structureel zorgen voor vereenvoudiging, maar daarvoor ontbreekt politiek draagvlak. Het beleidsdoel van het verlaagde tarief op cultuur, media en sport wordt periodiek geëvalueerd; het blijkt echter lastig vast te stellen of specifieke beleidsdoelen worden bereikt. In de nota is een overzicht van derving per tabelpost vanwege het lage BTW-tarief opgenomen.

Tabellen in de nota geven een gedetailleerd financieel overzicht van de effecten van de beperkte toepassing van de tabelcorrectiefactor. Het is een structurele lastenverzwaring voor burgers.

[Nieuwsbron] [Nieuwsbron]

Rubriek: Omzetbelasting, Inkomstenbelasting

Regelgevende instantie: Staten-Generaal

Editie: 30 september

Informatiesoort: VN Vandaag

26

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen