Staatssecretaris Palmen-Schlangen van Financiën (Herstel en Toeslagen) heeft de nota n.a.v. het verslag bij het wetsvoorstel Wet verbetermaatregelen toeslagen en aanpassing termijnen hersteloperatie toeslagen naar de Tweede Kamer gestuurd.
De staatssecretaris memoreert dat er een verkenning is aangekondigd om het toeslagenstelsel te hervormen naar een situatie waarbij toeslagen proactief en zo mogelijk definitief worden toegekend. Ook wordt in die verkenning bezien of een aanvraagprocedure noodzakelijk is of dat de toeslag automatisch kan worden toegekend. Met een dergelijk stelsel zou er geen sprake meer zijn van een voorschotstelsel en geen bijbehorende terugvorderingen. Dat betekent wel dat een fundamentele aanpassing van het huidige stelsel nodig is, omdat de combinatie van gegevens die actueel en als definitief vastgesteld zijn momenteel niet bestaat. Daarnaast onderzoekt het kabinet de minder vergaande variant in hoeverre het achteraf automatisch toekennen van zorgtoeslag op een wenselijke en uitvoerbare wijze kan worden ingezet. Met deze optie worden huishoudens bereikt die eerder geen aanvraag voor zorgtoeslag hebben ingediend. De toeslag wordt dan achteraf automatisch uitgekeerd. Op dat moment zijn de benodigde gegevens (in principe) vastgesteld, waardoor het risico op terugvorderingen beperkt is.
De afgelopen jaren zijn er al meerdere wijzigingen doorgevoerd in het toeslagpartnerbegrip, waardoor de definities van partnerbegrippen voor de inkomstenbelasting en de toeslagen steeds verder uiteen zijn gaan lopen. Met de voorgestelde nieuwe uitzonderingen op het toeslagpartnerbegrip wordt dit verschil iets vergroot, hetgeen kan leiden tot een beperkte toename van de complexiteit voor burgers, wat in de ogen van het kabinet niet opweegt tegen het belang van het oplossen van schrijnende situaties in het toeslagendomein.
De staatssecretaris schrijft verder dat de reguliere Awir-evaluatie in beginsel iedere vijf jaar plaatsvindt. De eerstvolgende evaluatie, die de periode na de inwerkingtreding van dit wetsvoorstel zal bestrijken, is gepland voor 2031.
Het is de bedoeling dat het wetsvoorstel met ingang van 1 januari 2026 in werking treedt.
Aan het wetsvoorstel (36779) is aandacht besteed in V-N 2025/35.26.
Wetingang:
Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen artikel 3C
Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen artikel 21B
Wet inkomstenbelasting 2001 artikel 1.2
Rubriek: Toeslagen en zorgverzekeringswet
Regelgevende instantie: Staten-Generaal
Editie: 10 oktober
Informatiesoort: VN Vandaag