Staatssecretaris Heijnen van Financiën heeft de nota naar aanleiding van het verslag van het wetsvoorstel Tweede wet aanpassing Wet minimumbelasting 2024 naar de Tweede Kamer gestuurd.

De toepassing van de switch-off-bepaling regelt samengevat dat in geval een staat ervoor kiest géén kwalificerende binnenlandse bijheffing op te leggen aan bepaalde soorten entiteiten, zoals doorkijkentiteiten, de binnenlandse bijheffing veiligehavenregel van art. 8.13 Wet MB 2024 niet van toepassing is op deze entiteiten. Dit betekent dat voor dergelijke entiteiten de bijheffing wel berekend dient te worden ten behoeve van de inkomen-inclusiemaatregel en/of de onderbelastewinstmaatregel. Op grond van het concept Eindejaarsbesluit 2025 is de switch-off-bepaling ook van toepassing op securitisatie-entiteiten. Deze wijziging heeft ingevolge de inwerkingtredingsbepaling terugwerkende kracht tot en met 31 december 2023 en vindt voor het eerst toepassing met betrekking tot verslagjaren die aanvangen op of na 31 december 2023.

In Nederland gevestigde entiteiten kunnen geen belastinglatenties hebben als bedoeld in art. 14.1 lid 2 onderdeel b tot en met e Wet MB 2024. Daarom is er geen reden voor andere staten om de switch-off-bepaling toe te passen ten aanzien van in Nederland gevestigde entiteiten die hier zijn onderworpen aan de binnenlandse bijheffing. In de nota naar aanleiding van het verslag wordt een overzicht verstrekt van entiteiten waarop implementerende staten, waaronder Nederland, de switch-off-bepaling toepassen.

In de nota wordt ook ingegaan op de belasting- en aangifteplicht, het indienen van de bijheffing-informatieaangifte en de aansprakelijkheid voor de verschuldigde bijheffing bij joint-venture entiteiten.

Lees ook het thema: Wetsvoorstel Tweede wet aanpassing Wet minimumbelasting 2024 (36817).

[Nieuwsbron]

Regelgevende instantie: Staten-Generaal

Editie: 21 oktober

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Minimumbelasting

14

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen