X en Y lenen hun auto tijdelijk uit aan een kennis met het oog op latere verkoop. Door persoonlijke omstandigheden van de kandidaat-koper wordt de auto pas op termijn op zijn naam gezet. Op 13 juni 2024 tekenen partijen een overeenkomst waarin afgesproken wordt dat de auto voor drie tot vier maanden in bruikleen wordt gegeven. Tussen 15 juni en 18 juli 2024 ontvangen X en Y zeventien naheffingsaanslagen parkeerbelasting, waarvan er in deze zaak zes in geschil zijn.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de naheffingsaanslagen parkeerbelasting formeel terecht zijn, maar dat er een onbalans bestaat tussen de gedragingen van X en Y en het gevolg. X en Y hebben hun auto meegegeven aan een persoon die hun vertrouwen heeft misbruikt, wat heeft geleid tot zestien naheffingsaanslagen. De gemeente heeft geen beleid voor repeterende parkeerboetes waarbij van alle naheffingsaanslagen met eenzelfde materiële oorzaak er een bepaald aantal in stand blijft en de rest wordt vernietigd. De rechtbank herstelt het evenwicht door de aanslagen te vernietigen. Het beroep is gegrond.
Wetingang:
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Editie: 23 oktober
Informatiesoort: VN Vandaag