Servoprax GmbH handelt in medische hulpmiddelen en verzoekt de Duitse douane in 2016 om haar een BTI af te geven voor stuwbanden in de vorm van elastische riemen. De stuwbanden hebben een kliksluiting en een schuifgesp, die bestemd zijn om rond de arm van een patiënt te worden aangebracht om zijn aders samen te drukken teneinde zijn bloed op te stuwen. Servoprax is van mening dat de stuwbanden moeten worden ingedeeld in postonderverdeling 9018 90 84 van de GN waarvoor een douanerecht van 0% geldt. De Duitse douane deelt de stuwbanden echter in 6307 90 98 van de GN in, waarvoor een douanerecht van 6,3% geldt. De Duitse rechter stelt een prejudiciële vraag in deze zaak.
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat postonderverdeling 9018 90 84 niet van toepassing is op de stuwbanden van Servoprax. De context van de GN en de GS-toelichtingen op post 9018 ervan staan in de weg aan een ruime interpretatie van deze post. De stuwbanden kunnen daarin niet worden ingedeeld alleen maar omdat zij voor medische doeleinden worden gebruikt.
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie
Rubriek: Europees belastingrecht, Douane
Editie: 25 november
Informatiesoort: VN Vandaag