Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur X terecht als ab-houder van A BV heeft aangemerkt. Het hof verwijst hierbij naar de diverse formulieren en bankafschriften. Hieruit volgt dat X nog steeds feitelijk economisch gerechtigd is tot de aandelen in A BV.

X is tot en met begin 2007 directeur en enig aandeelhouder van A BV. X en de BV zijn beiden in Nederland gevestigd. In 2007 vindt er een herstructurering plaats met verschillende andere vennootschappen, gevestigd in het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Arabische Emiraten, de Seychellen en Panama. De aandelen in A BV blijven tot deze structuur behoren. In 2008 en 2010 doet A BV een betaling die na diverse overboekingen bij X terechtkomt. X verantwoordt de betaling, noch het aandelenbezit van de betalende entiteiten (B en C) in zijn aangiften. Rechtbank Gelderland oordeelt dat X een ab heeft in B en C. Dat X geen aandeelhouder is van en geen economisch belang heeft in deze vennootschappen is daarbij niet van belang. De door B en C uitbetaalde bedragen moeten daarom als reguliere voordelen bij X in aanmerking worden genomen. Wel worden de navorderingsaanslagen verminderd, omdat de rechtbank de schatting van de inspecteur niet redelijk acht.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur X terecht als ab-houder van A BV heeft aangemerkt. Het hof verwijst hierbij naar de diverse formulieren en bankafschriften. Hieruit volgt dat X nog steeds feitelijk economisch gerechtigd is tot de aandelen in A BV. De buitenlandse rechtspersonen zijn in feite niet meer dan als tussenpersonen van X te beschouwen. De (bruto) dividenduitkeringen van A BV van € 350.000 (2008) en € 450.000 (2010), die via de buitenlandse tussenpersonen zijn toegekomen aan X, zogenaamd als gift, zijn terecht als ab-inkomen bij X in aanmerking genomen. De gemaakte kosten komen niet als kosten van reguliere voordelen in aftrek, omdat ze niet rechtstreeks zijn verbonden aan de (inkomsten uit de) aandelen A BV, maar samenhangen met de geconstrueerde buitenlandstructuur. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 4.12

Wet inkomstenbelasting 2001 4.3

Wet inkomstenbelasting 2001 4.6

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 11 juli

Informatiesoort: VN Vandaag

237

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen