Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X de voor zijn zoon betaalde advocaatkosten niet ten laste van de winst van zijn eenmanszaak kan brengen of op een andere wijze kan verrekenen.

X exploiteert als organisatieadviseur een eenmanszaak. In zijn IB-aangifte 2017 trekt hij diverse kosten af en de balans per 31 december 2016 (€ 18.967 negatief) sluit niet aan bij de balans per 1 januari 2017 (€ 17.607 positief). De rechtbank oordeelt dat de inspecteur de winst vanwege het aansluitverschil en de kostenaftrek terecht met respectievelijk € 36.574 en € 44.097 heeft gecorrigeerd. Ook is een schuld van € 1.673.833 in box 3 terecht niet in aanmerking genomen. X stelt in hoger beroep dat het aansluitverschil bestaat uit advocaatkosten die hij voor zijn zoon heeft betaald.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X de advocaatkosten van zijn zoon niet ten laste van de winst van zijn eenmanszaak kan brengen of op een andere wijze kan verrekenen met het ondernemingsvermogen. X maakt niet aannemelijk dat meer kosten zijn gemaakt dan de inspecteur in aftrek heeft toegelaten en dat zijn in de jaren negentig ontstane schuld van € 1.673.833 anno 2017 nog steeds bestaat. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetingang:

Wet inkomstenbelasting 2001 artikel 5.3

Wet inkomstenbelasting 2001 artikel 3.16

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Rubriek: Inkomstenbelasting

Editie: 15 december

Informatiesoort: VN Vandaag

30

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen