Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat X BV geen recht heeft op toepassing van de innovatiebox. Er is niet voldaan aan de voorwaarden voor toepassing van de innovatiebox.

In 2018 wordt een octrooi verleend aan een gevoegde dochtermaatschappij van belanghebbende, X BV. In 2019 sluiten X BV en de dochter een ‘Patent License Agreement’ met de Amerikaanse vennootschappen A Inc. en B Inc. in verband met het in 2018 aan de dochter verleende octrooi. B Inc. betaalt vervolgens $ 300.000 in verband met de overeenkomst. X BV claimt in haar VPB-aangifte 2019 een bedrag aan niet in aanmerking te nemen voordeel innovatiebox. Bij het vaststellen van de aanslag VPB 2019 corrigeert de inspecteur het bedrag niet in aanmerking te nemen voordeel innovatiebox, omdat X BV volgens hem geen recht op toepassing van de innovatiebox. In beroep is in geschil of X BV recht heeft op toepassing van de innovatiebox op grond van de afgegeven S&O-verklaringen.

Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat X BV geen recht heeft op toepassing van de innovatiebox. Er is niet voldaan aan de voorwaarden van art. 12b Wet VPB 1969 voor toepassing van de innovatiebox. X BV maakt namelijk niet aannemelijk dat zij een immaterieel activum heeft voortgebracht dat is voortgevloeid uit S&O-werkzaamheden. De door X BV overgelegde S&O-verklaringen zijn daartoe niet voldoende. Aan de hand van deze verklaringen kan namelijk niet worden vastgesteld of daadwerkelijk door X BV een immaterieel activum is voortgebracht dat is voortgevloeid uit S&O-werkzaamheden. De rechtbank merkt hierbij ook nog op dat onduidelijk blijft wat het immaterieel activum behelst.

Lees ook het thema Innovatiebox.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 12b

Instantie: Rechtbank Noord-Nederland

Rubriek: Vennootschapsbelasting

Editie: 31 juli

Informatiesoort: VN Vandaag

Focus: Focus

364

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen