X ontvangt voor het jaar 2021 een gecombineerde WOZ-beschikking, aanslag OZB en aanslag rioolheffing op één biljet. X geeft een machtiging voor automatische incasso af, waarbij het aanslagbiljet vermeldt dat het totaalbedrag automatisch wordt geïncasseerd op negen vooraf aangegeven data. X maakt bezwaar tegen de WOZ-beschikking en OZB-aanslag, zonder uitstel van betaling te verzoeken. De heffingsambtenaar beslist op het bezwaar en wijst op de betaalwijze na afloop van de incassotermijnen. De invorderingsambtenaar stuurt vervolgens een aanmaning voor het resterende bedrag aan gemeentelijke belastingen en brengt aanmaningskosten in rekening, gevolgd door een dwangbevel met betekeningskosten. X stelt dat de invorderingsambtenaar zelf verantwoordelijk is voor de niet-betaling, omdat de automatische incasso niet is uitgevoerd en geen uitstel is verleend. In hoger beroep betwist X de rechtmatigheid van de kosten en de uitspraak op bezwaar, en verzoekt om kostenvergoeding. In geschil is of de invorderingsambtenaar terecht aanmanings- en betekeningskosten in rekening brengt wanneer de machtiging voor automatische incasso niet is gebruikt en geen uitstel van betaling is gevraagd.
Hof Amsterdam oordeelt dat de invorderingsambtenaar ten onrechte aanmanings- en betekeningskosten oplegt. Het hof stelt vast dat het aanslagbiljet uitsluitend incassodata vermeldt en geen expliciete betalingstermijn bevat. Omdat de invorderingsambtenaar geen gebruik maakt van de afgegeven machtiging voor automatische incasso en X geen uitstel van betaling vraagt, kan de invorderingsambtenaar niet zonder meer tot aanmaning overgaan. Ook ontbreekt een duidelijke mededeling over uitstel van betaling voor het relevante bedrag. De kostenbeschikkingen worden daarom vernietigd. Het hof wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af, omdat de gemachtigde niet als derde beroepsmatig rechtsbijstand verleent en geen onderbouwd verzoek voor andere kosten is gedaan. Het betaalde griffierecht wordt wel vergoed, vermeerderd met wettelijke rente.
Wetsartikelen: