X dient een aanvraag in bij de gemeente Súdwest-Fryslân voor het plaatsen van twaalf zonnepanelen op een frame op eigen erf. Op 8 april 2024 brengt de gemeentelijke adviescommissie Omgevingskwaliteit een negatief advies uit. X trekt de aanvraag vervolgens in. De gemeente legt leges op, met korting wegens de intrekking, voor de omgevingsplanactiviteit en het advies van de welstandscommissie. In geschil is de vraag of de legesverordening voldoet aan de kenbaarheidseisen en of er een vergunning nodig is voor het bouwwerk.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat het tarief voor het advies van de welstandscommissie niet voldoet aan de kenbaarheidseisen, omdat de toepasselijke tarieven voor 2024 niet meer zijn te raadplegen. De aanslag leges moet op die grond worden verlaagd. Het moet X voldoende duidelijk zijn geweest dat hij een aanvraag om een vergunning heeft gedaan en dat daaraan kosten konden zijn verbonden. Het tarief voor de omgevingsplanactiviteit voldoet wel aan de kenbaarheidseisen. Het bouwwerk valt niet onder de vergunningvrije uitzonderingen, omdat de panelen niet op een dak worden geplaatst of onderdeel zijn van een bouwwerk met een oppervlakte van minder dan 2 m². Het beroep van X is gegrond.
Wetingang:
Algemene wet inzake rijksbelastingen artikel 26C
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 13 november
Informatiesoort: VN Vandaag