X houdt in 2020 alle aandelen in X BV, waarvan de heer [naam 1] de enige bestuurder is. X BV exploiteert een productiemaatschappij en een castingbureau. X dient op 13 november 2022 aangifte IB/PVV voor 2020 in met een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 10.104, bestaande uit inkomsten uit vroegere dienstbetrekking. De inspecteur legt een aanslag op naar een belastbaar inkomen van € 56.104, inclusief een gebruikelijk loon van € 46.000 van X BV. De inspecteur baseert dit op de vermelding van X als "Filmmaker | Scriptwriter" op Instagram en haar naam in de aftiteling van twee YouTube-video's. X betwist dat zij werkzaamheden voor X BV heeft verricht en overlegt verklaringen van een werknemer en de bestuurder van X BV.
In geschil is of de inspecteur terecht een gebruikelijk loon van € 46.000 heeft opgenomen bij de vaststelling van de aanslag en of de opgelegde verzuimboete terecht is opgelegd.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur onvoldoende feitelijk heeft onderbouwd dat X in 2020 werkzaamheden voor X BV heeft verricht. De enkele verwijzing naar de Instagram-pagina en de YouTube-video's is onvoldoende. De rechtbank stelt het gebruikelijk loon over 2020 vast op nihil en vermindert de aanslag naar een inkomen uit werk en woning van € 10.104. De verzuimboete wordt verminderd naar € 100 vanwege de slechte financiële positie van X.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 28
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27h
Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst 21
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67a
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Algemene wet inzake rijksbelastingen 9
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht, Loonbelasting
Editie: 26 juni
Informatiesoort: VN Vandaag