Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de navorderingsaanslag IB 2020 en de belastingrentebeschikking onterecht zijn opgelegd aan X, omdat er geen sprake is van een nieuw feit en de inspecteur een beoordelingsfout heeft gemaakt.

Nog voor de zomer 2025 komt er duidelijkheid of werkgevers fiscaal gestimuleerd moeten worden voor het voordelig laten aflossen van studieschulden door werknemers. Dat antwoordt de Staatssecretaris van Financiën op vragen van de leden Inge van Dijk en Krul (beiden CDA).

De Tweede Kamer heeft op 12 juni 2025 zeven moties aangenomen die waren ingediend bij de behandeling van het wetsvoorstel Wet tegenbewijsregeling box 3.

De Tweede Kamer heeft op 12 juni 2025 het wetsvoorstel Wet tegenbewijsregeling box 3 aangenomen. Hierbij is ook een amendement aangenomen.

De Tweede Kamer heeft op 12 juni 2025 het goedkeuringswetsvoorstel van het belastingverdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Curaçao en San Marino als hamerstuk afgedaan.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de opname van X in de Fraude Signalering Voorziening (FSV) geen reden is voor herziening. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de splitsingsvrijstelling van toepassing is op de verkrijging van de aandelen in C BV door X BV. Dit volgt uit de tekst van de wet. De toepasselijke bepalingen staan toepassing van de vrijstelling niet in de weg. Daarbij geldt dat de bedoeling van de besluitgever diffuus is.

De Hoge Raad oordeelt dat de feitenrechters veel vrijheid hebben bij het bepalen van de proceskostenvergoeding voor WOZ-taxaties. Rechters hoeven afwijkingen van de Richtlijn ook niet te motiveren.

De Hoge Raad ziet geen aanleiding om een proceskostenvergoeding toe te kennen voor het incidentele cassatieberoep dat met de intrekking van het principale beroep door de staatssecretaris is vervallen. Voor het ingetrokken principale beroep wordt de staatssecretaris wel veroordeeld in de proceskosten van X.

De Hoge Raad oordeelt dat de inspecteur het EU-rechtelijke verdedigingsbeginsel heeft geschonden en vernietigt de BTW-naheffingsaanslag. Volgens de Hoge Raad heeft de inspecteur X BV namelijk niet tijdig en expliciet van de voorgenomen naheffingsaanslag op de hoogte gesteld.

Hof Amsterdam oordeelt dat X niet aan zijn administratieplicht heeft voldaan, zodat terecht een informatiebeschikking is opgelegd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de navorderingsaanslag IB 2020 en de belastingrentebeschikking onterecht zijn opgelegd aan X, omdat er geen sprake is van een nieuw feit en de inspecteur een beoordelingsfout heeft gemaakt.

De Tweede Kamer heeft op 12 juni 2025 zeven moties aangenomen die waren ingediend bij de behandeling van het wetsvoorstel Wet tegenbewijsregeling box 3.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de opname van X in de Fraude Signalering Voorziening (FSV) geen reden is voor herziening. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).