Het Hof van Justitie EU oordeelt dat het in strijd met het EU-recht is dat Bulgarije het verzoek tot opschorting van de verzegeling van een bedrijfsruimte, in verband met onregelmatigheden met betrekking tot de BTW, slechts toetst aan de hand van het criterium of de tenuitvoerlegging ernstige of moeilijk te herstellen schade kan veroorzaken.

Tijdens een inspectie van de Bulgaarse Belastingdienst blijkt dat Ati-19 EOOD geen fiscale kassabon afgeeft in verband met een aankoop door de inspecteur van de Belastingdienst en dat de dagomzet op de uitdraai uit het fiscale toestel (€ 167) niet overeenstemt met omzet uit de kassa (€ 293). De Belastingdienst legt daarom een geldboete van € 500 op aan Ati-19 en gelast de verzegeling van de bedrijfsruimte voor de duur van 14 dagen. Ati-19 is het daar niet mee eens. De Bulgaarse rechter stelt een prejudiciële vraag in deze zaak. De rechter wil weten of geen sprake is van strijd met art. 47 Handvest.

Het Hof van Justitie EU oordeelt dat het in strijd met het EU-recht is dat Bulgarije het verzoek tot opschorting van de verzegeling van een bedrijfsruimte, in verband met onregelmatigheden met betrekking tot de BTW, slechts toetst aan de hand van het criterium of de tenuitvoerlegging ernstige of moeilijk te herstellen schade kan veroorzaken. Dit geldt dan wanneer de rechter geen mogelijkheid wordt gelaten om te beoordelen of het verzoek tot opschorting rechtens en feitelijk wordt gerechtvaardigd door argumenten die op het eerste gezicht kunnen wijzen op de onrechtmatigheid van de betrokken maatregel.

[Bron Uitspraak]

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie

Rubriek: Europees belastingrecht

Editie: 7 juli

Informatiesoort: VN Vandaag

15

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen