De Hoge Raad oordeelt dat voor de beoordeling of twee eigendommen binnen een bedrijf voor de WOZ een samenstel vormen niet alleen organisatorische samenhang bepalend is maar ook geografische omstandigheden.

X BV is eigenaar en gebruiker van twee locaties van een glastuinbouwbedrijf, gelegen op meer dan twee kilometer afstand van elkaar. Het productieproces vindt plaats op beide locaties. X BV krijgt voor beide onroerende zaken een WOZ-beschikking, maar vindt dat sprake is van een samenstel van eigendommen. Hof Den Haag gaat hierin niet mee gelet op de geografische omstandigheden en omstandigheden die de afzonderlijke bruikbaarheid betreffen.

De Hoge Raad oordeelt dat voor de beoordeling of twee eigendommen binnen een bedrijf voor de WOZ een samenstel vormen niet alleen organisatorische samenhang bepalend is maar ook geografische omstandigheden. Dat organisatorische samenhang doorslaggevend zou zijn, berust op een verkeerde lezing van het Schipholarrest (HR 9 mei 2003, ECLI:NL:HR:2003:AD6058, V-N 2003/28.22). De Hoge Raad legt uit dat samenstelvorming beoordeeld moet worden door alle omstandigheden van het geval in onderlinge samenhang in ogenschouw te nemen. Dit betreft naast organisatorische samenhang ook de geografische samenhang, de afstand tussen de eigendommen, de mogelijkheid van afzonderlijke verkoop en gebruik, de uiterlijke kenmerken en de voor derden waarneembare samenhang. Een oordeel van een feitenrechter over samenstelvorming is als verweven met waarderingen van feitelijke aard, in cassatie beperkt toetsbaar. Het hof heeft terecht alle omstandigheden van het geval betrokken in zijn oordeel. Het cassatieberoep van X BV is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetingang:

Wet waardering onroerende zaken artikel 16

Instantie: Hoge Raad

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Editie: 15 september

Informatiesoort: VN Vandaag

153

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen