Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de onroerende zaak de facto ter beschikking is gesteld aan A BV. Aan het tussenschakelen van B BV komt geen of weinig reële praktische en economische betekenis toe.

Belanghebbende, X, en haar echtgenoot (Y) houden indirect de aandelen in A BV. Na een herstructurering in 2007 houden de kinderen van X en Y via STAK B BV de aandelen in B BV. X en Y zijn de bestuurders van STAK B BV. Zij verhuren een onroerende zaak aan B BV voor € 150.000, die het op haar beurt weer verhuurt aan A BV. Naar aanleiding van een boekenonderzoek stelt de inspecteur dat bij de verhuur sprake is van een terbeschikkingstelling. De huursom is derhalve belast in box 1. Rechtbank Gelderland oordeelt dat de inspecteur aannemelijk maakt dat de onroerende zaak feitelijk ter beschikking is gesteld aan A BV. De verhuur aan B BV heeft economisch gezien geen zelfstandige betekenis. Verder acht de rechtbank nog van belang dat de feitelijke situatie nauwelijks verschilt ten opzichte van de situatie tot het jaar 2007 toen B BV nog via A BV werd geëxploiteerd. De navorderingsaanslagen zijn terecht opgelegd. Wel vermindert de rechtbank nog de aanslag voor het jaar 2013, omdat daarbij een te hoog ROW in aanmerking is genomen.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de onroerende zaak de facto ter beschikking is gesteld aan A BV. Aan het tussenschakelen van B BV komt geen of weinig reële praktische en economische betekenis toe. Het hof wijst hierbij op de economische benadering van het begrip ‘ter beschikking stellen’. Daarbij is onder andere van belang dat X en Y eigenaar zijn van de onroerende zaak, middellijk alle aandelen houden in A BV en, als bestuurders van de STAK, zeggenschap hebben over B BV, de huurder van de onroerende zaak. Verder is van belang dat B BV geen personeel in dienst heeft en voor al haar werkzaamheden personeel inhuurt van B BV. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank: er is sprake van het ter beschikking stellen van een vermogensbestanddeel aan een vennootschap in de zin van art. 3.92, lid 1 letter a Wet IB 2001.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.92

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Rubriek: Inkomstenbelasting

Editie: 30 juli

Informatiesoort: VN Vandaag

992

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen