X exploiteert met zijn dochter en een nicht in VOF-verband een detailhandel in meubelen en woningtextiel. De onderneming wordt per 1 juli 2015 opgeheven. In zijn IB-aangifte 2016 verantwoordt X een belastbaar inkomen uit werk en woning (biww) van € 443.750. Hij neemt daarbij een bedrag van € 131.445 als buitengewone last in aanmerking. Dit betreft een overname van het negatieve kapitaal van zijn dochter in de VOF. De inspecteur accepteert deze aftrekpost niet.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X geen buitengewone last van € 131.445 in aanmerking kan nemen in verband met de overname van het negatieve kapitaal van zijn dochter in de VOF. X maakt namelijk niet aannemelijk dat zijn dochter haar negatieve kapitaal in de VOF heeft aangezuiverd en dat hij haar daar een geldlening voor heeft verstrekt. Het hof overweegt daarbij dat X geen stukken heeft overgelegd die zijn standpunt onderbouwen. Zo zijn van de vereffening en de geldlening geen stukken opgemaakt waaruit dit standpunt kan worden afgeleid. Verder merkt het hof op dat de VOF ook kon worden ontbonden zonder aanzuivering van het negatieve kapitaal door de dochter. In dat geval zou dan alleen na vereffening voor X en de nicht een vordering op de dochter resteren afhankelijk van de grootte van hun kapitaal in de VOF verminderd met het aan ieder van hen uitbetaalde deel van het beschikbare banksaldo. Het gelijk is aan de inspecteur.
Wetingang:
Wet inkomstenbelasting 2001 artikel 3.25
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Rubriek: Inkomstenbelasting
Editie: 18 november
Informatiesoort: VN Vandaag