X komt op 10 maart 2023 met zijn in de VS gevestigde werkgever A LLC overeen dat hij naar Nederland wordt uitgezonden. Op 20 maart 2023 begint X bij de in Nederland gevestigde concernvennootschap B BV. In het kader van zijn tewerkstelling woont X tijdelijk in Nederland. De inhoudingsplicht is verlegd naar B BV. De inspecteur wijst het eerste verzoek om toepassing van de 30%-regeling af, maar na bezwaar wordt de 30%-regeling alsnog toegekend met als looptijd 20 maart 2023 tot en met 19 maart 2028. Omdat B BV na enige tijd nog niet door de IND als referent is erkend, sluit X op 14 augustus 2023 een payrollovereenkomst met C BV, een in Nederland gevestigde vennootschap en erkend referent. De tewerkstelling van X bij B BV eindigt op 30 augustus 2023 en de tewerkstelling bij C BV begint op 1 september 2023. Het verzoek om voortzetting van de 30%-regeling wordt gedaan op 29 mei 2024. De inspecteur kent een voortzettingsbeschikking toe vanaf 1 juni 2024. De looptijd van de 30%-regeling wordt hierdoor verminderd met de periode van 1 september 2023 en 1 juni 2024. In geschil is of het ingangsmoment van de voortzetting juist is vastgesteld.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur het ingangsmoment van de voortzetting juist heeft vastgesteld. De inspecteur heeft geen beleidsruimte om na vier maanden na het einde van de eerste tewerkstelling terugwerkende kracht aan de voortzettingsbeschikking toe te kennen. Het oordeel wordt niet anders door de gestelde omstandigheid dat C BV enkel als administratief doorgeefluik voor B BV fungeert en dat X daardoor niet direct wist dat een verzoek tot voortzetting nodig was. De regeling houdt bewust geen rekening met een eventuele verschoonbaarheid van de overschrijding van de termijn. Die welbewuste afweging van de wetgever in een individueel geval als dit terzijde stellen zou de rechtsvormende taak van de rechtbank te buiten gaan. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Wetingang:
Wet op de loonbelasting 1964 artikel 31A
Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 artikel 10ED
Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 artikel 10EG
Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 artikel 10EI
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Rubriek: Loonbelasting
Editie: 11 november
Informatiesoort: VN Vandaag