De bepalingen inzake invorderingsrente in de IW 1990 en de daarop berustende bepalingen gelden ook voor de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir). Hierdoor gelden die bepalingen ook in geval van overschrijding van de betalingstermijn bij terugvorderingen van tegemoetkomingen op grond van de Awir. Daarmee gelden deze bepalingen ook bij een terugvordering naar aanleiding van een herziening van een toeslag, een terugvordering naar aanleiding van een herziening van een voorschot of een terugvordering die ontstaat na verrekening van een voorschot met een toeslag.
Bij het Eindejaarsbesluit 2023 (V-N 2024/4.2.2) is bepaald dat het percentage invorderingsrente wordt bevroren op 4%. In de toelichting is aangegeven dat dit in elk geval geldt tot en met 2025. Het was toentertijd uitvoeringstechnisch niet mogelijk om te differentiëren tussen het percentage van de invorderingsrente dat gehanteerd wordt bij rijksbelastingen en het percentage van de invorderingsrente dat gehanteerd wordt bij toeslagen, en een hoger percentage voor belanghebbenden bij wie een terug te vorderen toeslag is vastgesteld onwenselijk werd geacht. Differentiatie van de percentages invorderingsrente voor rijksbelastingen en toeslagen is per 2026 uitvoeringstechnisch nog steeds niet mogelijk. Het kabinet heeft daarom besloten om de bevriezing van het invorderingsrentepercentage zo veel mogelijk in stand te laten, zonder dat hierbij budgettaire derving optreedt.
Wetingang:
Besluit belasting- en invorderingsrente artikel 2
Rubriek: Invordering
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 24 november
Informatiesoort: VN Vandaag