X exploiteert een low-care hospice, waarbij zij gastenkamers ter beschikking stelt, maaltijden verstrekt en zorgt voor de aanwezigheid van vrijwilligers die hulp en ondersteuning bieden aan de gasten. Daarnaast heeft X drie coördinatoren en een manager in dienst die verantwoordelijk zijn voor de dagelijkse gang van zaken in het hospice. X verricht zelf geen medische of verpleegkundige zorgwerkzaamheden. Gasten betalen voor de huur van de kamer en de maaltijden een vergoeding van € 45 per dag. In de BTW-aangifte over 2021 brengt X de aan haar in rekening gebrachte BTW, wegens de verbouwing van het hospice en de exploitatie van het hospice, in aftrek. De inspecteur heeft het verzoek tot teruggaaf afgewezen. In beroep is in geschil of X' prestaties kwalificeren als één belastbare samengestelde prestatie.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat X' prestaties kwalificeren als één belastbare samengestelde prestatie. X heeft recht op aftrek van de BTW op de verbouwing en exploitatie van het hospice. Volgens de rechtbank verricht X één belastbare samengestelde prestatie ter zake van de verhuur van de gastenkamers en het verteer. De verhuur van de gastenkamers is de hoofddienst. Deze hoofddienst betreft de verhuur in het kader van het pensionbedrijf aan personen die daar slechts voor een korte periode verblijf houden. Een dergelijke verhuurdienst is uitgezonderd van de BTW-vrijstelling voor verhuur van onroerende zaken en daarom belast met BTW. De diensten van de vrijwilligers en de coördinatoren en het verstrekken van maaltijden zijn bijkomende diensten die zijn bedoeld om de hoofddienst aantrekkelijker te maken. X' beroep is gegrond.
Wetingang:
Wet op de omzetbelasting 1968 artikel 11
Wet op de omzetbelasting 1968 artikel 15
Instantie: Rechtbank Den Haag
Rubriek: Omzetbelasting
Editie: 24 september
Informatiesoort: VN Vandaag