De Staatssecretaris van Financiën heeft op Prinsjesdag het wetsvoorstel Wet implementatie EU-richtlijn gegevensuitwisseling bijheffing-informatieaangifte (DAC9) bij de Tweede Kamer ingediend. Het wetsvoorstel is onderdeel van het pakket Belastingplan 2026. Het is de bedoeling dat de wet op 1 januari 2026 in werking treedt.

Het wetsvoorstel Wet implementatie EU-richtlijn gegevensuitwisseling minimumbelasting strekt tot implementatie van DAC9 (Richtlijn (EU) 2025/872) in de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen (WIB) en de Wet Minimumbelasting 2024 (Wet MB 2024).

DAC9 houdt verband met de Pijler 2-richtlijn (Richtlijn (EU) 2022/2523). De Pijler 2-richtlijn is in Nederland geïmplementeerd in de Wet MB 2024. De Pijler 2-richtlijn introduceert, kort gezegd, een systeem op basis waarvan multinationale en binnenlandse groepen met een jaarlijkse omzet van ten minste € 750 miljoen worden geconfronteerd met een bijheffing als het effectieve tarief in een staat lager is dan 15%. Daartoe moeten multinationale en binnenlandse groepen in de staten waarin de groepsentiteiten zijn gevestigd een aangifte met informatie over de bijheffing (bijheffing-informatieaangifte) indienen waarin zij informatie opnemen op basis waarvan die staten kunnen bepalen of een bijheffing is verschuldigd. Om administratieve lasten te beperken, volstaat het dat deze aangifte in één EU-lidstaat wordt ingediend als sprake is van een kwalificerende overeenkomst, waarna die staat de informatie automatisch deelt met andere lidstaten. DAC9 kwalificeert als een multilaterale kwalificerende overeenkomst en maakt het daarom mogelijk dat multinationale en binnenlandse groepen op centraal niveau en voor de hele multinationale groep één bijheffing-informatieaangifte kunnen indienen.

In het wetsvoorstel zijn onder meer de volgende maatregelen opgenomen:

  • Het begrip ‘inspecteur’ wordt voor de hele WIB en daarbij berustende bepalingen opgenomen in art. 2lid 1 WIB. Art. 2b lid 3, 2c lid 5 komen te vervallen.

  • In het kader van de implementatie van DAC9 worden meerdere begrippen uit de DAC (Richtlijn 2011/16/EU) in het nieuwe art. 2g WIB opgenomen.

  • De verspreidingsaanpak uit DAC9 wordt geïmplementeerd in art. 6i WIB. Hierbij geldt het uitgangspunt dat alleen gegevens worden uitgewisseld die voor de andere lidstaat gelet op hun implementatie van EU-richtlijn minimumniveau van belastingheffing heffingsrelevant kunnen zijn. De verspreidingsaanpak is ook beoogd van toepassing te zijn op rechtsgebieden buiten de EU, zodra hiervoor een kwalificerende overeenkomst zoals de GIR MCAA tussen bevoegde autoriteiten is gesloten. Bij de verspreidingsaanpak worden drie categorieën van ontvangers onderscheiden:
    a.    De rechtsgebieden waarin de uiteindelijke moedermaatschappij is gevestigd; 
    b.    De rechtsgebieden met heffingsrecht onder de OESO-modelregels, waaronder de rechtsgebieden die een kwalificerende binnenlandse bijheffing hebben geïmplementeerd; en
    c.    De overige rechtsgebieden die de OESO-modelregels hebben geïmplementeerd.

  • De mededelingsverplichtingen voor lidstaten in het kader van samenwerking op het gebied van correctie, naleving en handhaving uit art. 9 bis DAC worden geïmplementeerd.

  • Om ervoor te zorgen dat de Minister van Financiën ook voor de uitwisseling van gegevens op basis van artikel 6i WIB gebruikmaakt van een door de Europese Commissie ontwikkeld en voorgeschreven uitwisselingsformat wordt in art. 19 WIB een verwijzing gemaakt naar de verspreidingsaanpak in art. 6i WIB.

  • Er wordt een definitie voor ‘standaardformulier’ opgenomen. Hiermee wordt verduidelijkt dat het standaardformulier een formulier is dat overeenkomt met het model dat is opgenomen in bijlage VII, deel IV, van de DAC.

  • De groepsentiteiten die de bijheffing-informatieaangifte bij de inspecteur indient, dat is de informatieaangifte-indienende groepsentiteit in de zin van artikel 1.2 lid Wet MB 2023, is verplicht is aan te geven welke delen van de bijheffing-informatieaangifte met welke (lid)staten moeten worden uitgewisseld. Niet-nakoming van de verplichting om aan te aangeven welke delen van de bijheffing-informatieaangifte met welke (lid)staten moeten worden uitgewisseld wordt gesanctioneerd met een bestuurlijke boete van maximaal € 25.750.

Tot slot bevat DAC9 één maatregel, een minimum bewaartermijn voor lidstaten, die met ingang van 1 januari 2028 moet worden geïmplementeerd. Deze maatregel maakt geen onderdeel uit van dit wetsvoorstel, maar zal in ander wetsvoorstel worden opgenomen.

[Nieuwsbron] [Nieuwsbron]

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht, Internationaal belastingrecht, Europees belastingrecht

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 17 september

Informatiesoort: VN Vandaag

Dossiers: Prinsjesdag 2025

20

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen