De Staatssecretaris van Financiën heeft op Prinsjesdag het wetsvoorstel Wet stroomlijning fiscaal inzagerecht bij de Tweede Kamer ingediend. Het wetsvoorstel is onderdeel van het pakket Belastingplan 2026. Het is de bedoeling dat de wet op 31 december 2025 in werking treedt. Enkele artikelen treden in werking op 1 januari 2032.

Doel

Het doel van de in het wetsvoorstel Wet stroomlijning fiscaal inzagerecht voorgestelde maatregelen is om een inzagerecht te creëren dat recht doet aan de inzagebehoefte die leeft bij belastingplichtigen en uitvoerbaar is voor de Belastingdienst en de Douane.

Kern van wijziging

In de kern houdt de voorgestelde wijziging in dat:

  1. uiterlijk bij de bekendmaking van een belastingaanslag of een voor bezwaar vatbare beschikking inzage in de daarop betrekking hebbende stukken wordt verleend,

  2. actief inzage wordt verleend via de bestaande portalen van de Belastingdienst en de Douane,

  3. de inwerkingtreding wordt gefaseerd per rijksbelasting, en

  4. een tijdelijke facultatieve regeling wordt voorgesteld waardoor stukken al beschikbaar kunnen worden gemaakt voordat alle op de zaak betrekking hebbende stukken beschikbaar zijn.

Te verstrekken stukken

Het verstrekken van stukken die op grond van dit wetsvoorstel ter beschikking gesteld moeten worden is niet beperkt tot de stukken die van belang kunnen zijn voor de beslechting van (nog) bestaande geschilpunten. Er is immers (nog) geen geschil. Ook moeten de stukken worden overgelegd die de behandelend medewerker (of collega's die betrokken zijn geweest) bij de besluitvorming ter beschikking staan of hebben gestaan, maar die niet zijn gebruikt ter onderbouwing van het bestreden besluit.

Geheimhouding alleen bij gewichtige redenen

Het uitgangspunt is dat alle aan de belastingaanslag of voor bezwaar vatbare beschikking ten grondslag liggende stukken ter inzage worden aangeboden aan de belastingplichtige. Er kunnen echter omstandigheden zijn die ertoe nopen dat bepaalde stukken geheim moeten worden gehouden en daarom niet kunnen worden gedeeld met de belastingplichtige. Dat kan alleen als daarvoor gewichtige redenen zijn. Hiermee wordt aangesloten bij de uitzonderingsgrond voor het verstrekken van de op de zaak betrekking hebbende stukken in bezwaar en beroep. Gedacht kan worden aan inkomensgegevens van andere belastingplichtigen. Gewichtige redenen zijn in ieder geval niet aanwezig voor zover ingevolge de Wet open overheid de verplichting bestaat een verzoek om informatie, vervat in documenten, in te willigen.

Actief inzagerecht

Met de voorgestelde maatregelen is voorzien in een actief inzagerecht. Belastingplichtigen hoeven dus geen verzoek te doen om inzage te krijgen in het fiscale dossier, maar kunnen door in te loggen op een portaal op elk gewenst moment de beschikking krijgen over hun eigen fiscale dossier.

Maatregelen bij niet tijdig verstrekken van stukken

De dwangsomregeling in de Awb is niet van toepassing op het niet tijdig verstrekken van de op de zaak betrekking hebbende stukken. Ook kan geen beroep worden ingesteld wegens het niet tijdig verstrekken van alle stukken.

Ingroeimodel. Eerst inkomstenbelasting

In plaats van te streven naar een alles-in-één-keer implementatie wordt voorgesteld bij de Belastingdienst en de Douane door middel van een ingroeimodel de inzageprocessen stapsgewijs te realiseren en beschikbaar te stellen. Hierdoor wordt steeds een rijksbelasting aan de portalen toegevoegd, te beginnen met de inkomstenbelasting.

Tijdelijke regeling

Om ervoor te zorgen dat in de periode tot de volledige uitrol voor een rijksbelasting desalniettemin de inspecteur beperkt inzage kan verlenen in stukken die de inspecteur beschikbaar heeft, wordt een tijdelijke regeling voorgesteld. De inspecteur krijgt de bevoegdheid om stukken al beschikbaar te maken voordat alle op de zaak betrekking hebbende stukken beschikbaar zijn. Het is de bedoeling dat deze tijdelijke regeling vervalt op het moment dat het inzagerecht voor alle rijksbelastingen gaat gelden.

Aanslag of voor bezwaar vatbare beschikking

Het wetsvoorstel voorziet niet in een verplichting tot het verstrekken van stukken nadat de aanslag of de voor bezwaar vatbare beschikking bekend is gemaakt. In dat geval blijven de bestaande regelingen van bezwaar en beroep gelden, waarin al in een inzagerecht is voorzien.

Decentrale belastingen en bepaalde door Rijk geheven belastingen

Op dit moment is het vanuit het oogpunt van een zorgvuldig wetgevingsproces niet opportuun om een inzagerecht voor de decentrale belastingen te regelen. Daarom wordt met dit wetsvoorstel in de Provinciewet, Gemeentewet en Waterschapswet geregeld dat – in afwijking van de AWR – het inzagerecht niet van toepassing is op decentrale belastingen. Op grond van de Awb kan in het kader van een bezwaar- of beroepsprocedure al inzage worden gekregen in op de zaak betrekking hebbende stukken. Volgens het kabinet is het op dit moment ook onontkoombaar dat voor de verontreinigingsheffing op grond van de Waterwet en de luchtvaartheffingen op grond van de Wet luchtvaart een uitzondering op het inzagerecht wordt opgenomen. Voor deze heffingen zal worden onderzocht of en op welke wijze een inzagerecht kan worden ingevoerd. Overigens geldt ook voor deze heffingen de mogelijkheid om op grond van de Awb in het kader van een bezwaar- en beroepsprocedure inzage te krijgen in de op de zaak betrekking hebbende stukken.

Verhouding tot hoger recht

Het fiscaal inzagerecht doet geen afbreuk aan het recht dat bestaat op grond van de Algemene verordening gegevensbescherming om na te gaan welke persoonsgegevens worden verwerkt en of deze rechtmatig worden verwerkt. Het blijft mogelijk om daarvoor op grond van de AVG een verzoek in te dienen. Deze voorgestelde wet regelt niet op welke manier invulling wordt gegeven aan het recht op basis van de AVG.

Wet open overheid

Het inzagerecht zoals dat in het voorliggende wetsvoorstel wordt voorgesteld, beperkt niet al bestaande voorzieningen op grond waarvan inzage moet worden verleend, zoals op grond van de Wet open overheid.

Inwerkingtreding

Deze wet treedt in werking met ingang van 31 december 2025. Enkele artikelen treden in werking op 1 januari 2032.

Wetingang:

Algemene wet inzake rijksbelastingen artikel 66A

Algemene wet inzake rijksbelastingen

Verordening (EU) 2016/679 bescherming natuurlijke personen i.v.m. verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG artikel 15

[Nieuwsbron] [Nieuwsbron]

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 17 september

Informatiesoort: VN Vandaag

Dossiers: Prinsjesdag 2025

21

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen