Met ingang van 1 januari 2026 wordt de Verordening tot instelling van een mechanisme voor koolstofgrenscorrectie (het ‘Carbon Border Adjustment Mechanism’, oftewel CBAM) volledig operationeel. Het CBAM heeft als doel om koolstoflekkage te voorkomen door een koolstofprijs te heffen op ingevoerde goederen uit landen van buiten de EU, zodat Europese bedrijven eerlijker kunnen concurreren en derde landen worden gestimuleerd om vergelijkbare klimaatmaatregelen te treffen. Het wetsvoorstel Wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de nadere operationalisering van het mechanisme voor een koolstofcorrectie aan de grens voorziet in de aanvullende bepalingen die nodig zijn om in Nederland ook uitvoering te kunnen geven aan die bepalingen van de verordening die met ingang van 1 januari 2026 van toepassing worden.
In het wetsvoorstel zijn de volgende maatregelen opgenomen:
-
Er komen twee additionele titels voor hoofdstuk 16c Wmb om de bepalingen in hoofdstuk 16c Wmb verder te structureren;
-
Importeurs moeten per 1 januari 2026 over een toelating beschikken om CBAM-goederen te mogen invoeren. Verder moeten zij ook jaarlijks CBAM-aangifte doen en CBAM-certificaten inleveren;
-
De Minister van Financiën is aangewezen als het bestuursorgaan dat in Nederland wordt belast met de verkoop en terugkoop van zogenoemde CBAM-certificaten op een gemeenschappelijk centraal platform dat door de EC wordt beheerd;
-
Het toezicht op de naleving dat CBAM-goederen uitsluitend door een toegelaten CBAM-aangever in het douanegebied van de EU worden ingevoerd komt bij de NeA te liggen. De NeA moet toezicht houden en kan sancties opleggen wanneer kernbepalingen van de verordening worden geschonden. Dit betreft onder andere de verplichting om de NEa in kennis te stellen van wijzigingen die van belang zijn voor de toelating van een CBAM-aangever, de verplichting om de CBAM-aangifte te doen en de verplichting om aan het einde van elk kwartaal voldoende CBAM-certificaten op de rekening te hebben;
-
Er komt een expliciete wettelijke grondslag om de NeA in staat te stellen om vertrouwelijke informatie van de douane te ontvangen en informatie bekend te kunnen maken aan derden die de NeA ondersteunen bij de uitvoering van de verordening;
-
Rechtbank Den Haag wordt ook aangewezen voor geschillen met betrekking tot de aanvullende boetebesluiten die het gevolg kunnen zijn van dit wetsvoorstel; en
-
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State beoordeelt in beroep geschillen over de last onder dwangsom.
[Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron]
Rubriek: Milieuheffingen
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 17 september
Informatiesoort: VN Vandaag
Dossiers: Prinsjesdag 2025