In 2012 treft de politie in een pand van X en zijn broer een hennepplantage aan met een opbrengst van € 34.592, waarvan ieder € 17.296 wordt toegerekend. In 2015 exploiteert X een eenmanszaak in computerhandel en -reparatie en handelt hobbymatig in auto’s. Hij doet aangifte IB/PVV 2015 naar een negatief inkomen van € 3404. De inspecteur volgt deze aangifte aanvankelijk, maar ontdekt bij boekenonderzoek via kasopstelling en vermogensvergelijking een negatief netto‑privé van € 10.637. De kasopstelling bevat onder meer kasstortingen, autokosten en een NIBUD-normberekening, rekening houdend met X’s persoonlijke situatie. De inspecteur corrigeert de winst met € 26.828 exclusief BTW, past de MKB-winstvrijstelling toe en stelt het inkomen op € 19.668. Tevens legt hij een vergrijpboete op en berekent belastingrente. In geschil is of de inspecteur bij kasopstelling en inkomensschatting mag uitgaan van uitsluitend X’s eigen aandeel in de hennepopbrengst.
Hof 's-Hertogenbosch neemt het standpunt van de inspecteur over die stelt dat X onvolledige omzet heeft verantwoord en die op basis van concrete gegevens een aanzienlijk kastekort constateert. Rekening houden met alleen het eigen hennepaandeel acht het hof redelijk, nu X eerder ontkent dat sprake is van leningen en zijn broers aandeel niet met bewijs onderbouwt. X voert aan dat hij ook het deel van de broer investeert, maar zijn verklaringen zijn tegenstrijdig en niet gestaafd. Het hof bevestigt dat X de vereiste aangifte niet doet, dat de schatting redelijk is en dat sprake is van (voorwaardelijk) opzet. De vergrijpboete is passend en geboden; aanslagen en belastingrente blijven gehandhaafd en het hoger beroep is ongegrond.
Wetingang:
Wet inkomstenbelasting 2001 artikel 3.8
Algemene wet inzake rijksbelastingen artikel 27E
Algemene wet inzake rijksbelastingen artikel 67E
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht, Inkomstenbelasting
Editie: 19 december
Informatiesoort: VN Vandaag