X is in 2019 eigenaar en bewoner van een woning en trekt in zijn aangifte IB/PVV 2019 rente op drie leningen af: een 'Flexibel Krediet' en een 'Privélimiet Plus' bij ABN AMRO, en een hypothecaire lening bij Vandalon. De inspecteur accepteert aanvankelijk geen enkele renteaftrek, maar wijzigt dit na bezwaar en staat alleen de rente op de lening bij Vandalon gedeeltelijk toe. X overlegt een hypothecaire akte en jaaroverzichten van de bankleningen. Flexibel Krediet biedt een doorlopend krediet met een opnameperiode en maandelijkse aflossing. Privélimiet Plus is een doorlopend krediet op een betaalrekening. X stelt dat beide bankleningen in 2002 zijn afgesloten voor de bouw of verbouwing van zijn eigen woning. De inspecteur betwist het verband tussen Flexibel krediet, Privélimiet Plus en de eigen woning. Hij accepteert alleen de rente op de lening bij Vandalon als eigenwoningrente. X beroept zich op het vertrouwensbeginsel vanwege eerdere acceptatie van renteaftrek door de inspecteur.

In geschil is of de rente op het Flexibel Krediet en de Privélimiet Plus-lening kwalificeert als aftrekbare eigenwoningrente.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de rente op het Flexibel Krediet aftrekbaar is als eigenwoningrente, omdat de lening is afgesloten voor de eigen woning en de voorwaarden overeenkomen met eerdere jaren waarin het Hof 's-Hertogenbosch een overeenkomstig oordeel heeft gedaan (zie Hof 's-Hertogenbosch 11 juni 2025, ECLI:NL:GHSHE:2025:1620). De rechtbank volgt het oordeel van het hof over het Flexibel Krediet en ziet geen reden om hiervan af te wijken. Voor de Privélimiet Plus-lening oordeelt de rechtbank dat X niet aantoont dat deze lening verband houdt met de eigen woning, omdat hij geen bewijsstukken overlegt waaruit dit blijkt. De rechtbank verwerpt het beroep op het vertrouwensbeginsel, omdat eerdere acceptatie van renteaftrek niet zonder meer leidt tot gerechtvaardigd vertrouwen voor het jaar 2019. X' beroep is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.123

Wet inkomstenbelasting 2001 3.119a

Wet inkomstenbelasting 2001 3.120