Advocaat-generaal Wattel concludeert dat de reorganisatievrijstelling niet van toepassing is bij de herstructurering bij het Zwitserse Credit Suisse AG. Omdat F AG niet ‘ten volle’ het risico van waardeverandering en tenietgaan van de aandelen G AG en H AG draagt, is geen sprake van een concern.

Bij een herstructurering binnen het concern van het Zwitserse Credit Suisse AG worden de aandelen J BV door G AG overgedragen aan X BV. Binnen het concern houdt F AG de aandelen in G AG en H AG. H AG houdt de aandelen in X BV. Omdat J BV een fictieve onroerende zaak is (art. 4 lid 1 WBR) voldoet X BV € 1,2 mln aan overdrachtsbelasting in verband met de verkrijging van de aandelen in J BV. X BV beroept zich vervolgens op de concernvrijstelling (art. 5b lid 2 Uitv. besl. WBR). Volgens de inspecteur is niet aan de voorwaarden van de vrijstelling voldaan, omdat X BV en G AG niet tot hetzelfde concern behoren. Hof Den Haag oordeelt dat de reorganisatievrijstelling van toepassing is op de verkrijging van de aandelen in J BV door X BV. F AG, X BV en G AG behoren namelijk tot een concern in de zin van art. 5b lid 2 Uitv. besl. WBR. De interpretatie van het begrip ‘belang’ door de inspecteur is onjuist. Het hof verwijst daarbij naar de wetsgeschiedenis. Hieruit volgt dat als sprake is van slechts één soort aandelen, die aandelen het gehele (daadwerkelijke) belang in de rechtspersoon vertegenwoordigen. De staatssecretaris gaat in cassatie.

Advocaat-generaal Wattel concludeert dat de reorganisatievrijstelling niet van toepassing is bij de herstructurering binnen het concern van het Zwitserse Credit Suisse AG. Volgens de A-G is namelijk geen sprake van een concern, omdat F AG niet ‘ten volle’ het risico van waardeverandering en tenietgaan van de aandelen G AG en H AG draagt. De A-G verwijst hierbij naar de vastgestelde feiten. Hieruit volgt dat F AG economisch onvoldoende is vervlochten met G AG en X BV om met hen een concern te vormen in de zin van art. 5b lid 2 Uitv. besl. WBR. De A-G adviseert de Hoge Raad om het beroep in cassatie van de staatssecretaris gegrond te verklaren en de zaak zelf af te doen.

[Bron Uitspraak]

Wetingang:

Wet op belastingen van rechtsverkeer artikel 4

Wet op belastingen van rechtsverkeer artikel 15

Wet op belastingen van rechtsverkeer

Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)

Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer

Editie: 2 december

Informatiesoort: VN Vandaag

10

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen