X is door Hof Arnhem-Leeuwarden veroordeeld wegens vernieling en poging tot zware mishandeling, meermalen gepleegd, tot een voorwaardelijke gevangenisstraf, alsmede een taakstraf. Zijn beroep op noodweer en noodweerexces is afgewezen. Hiertoe is specifiek verwezen naar hetgeen door twee getuigen is verklaard. Deze getuigen zijn in het kader van een pilot van het hof - met instemming van de A-G en de verdediging - verhoord door een senior gerechtsjurist die door de raadsheer-commissaris was aangewezen. Het arrest is inmiddels onherroepelijk geworden. Procureur-Generaal Bleichrodt vordert cassatie in het belang der wet.
De Hoge Raad oordeelt dat het Wetboek van Strafvordering niet voorziet in de mogelijkheid dat de raadsheer-commissaris het door hem te verrichten verhoor van een getuige kan laten uitvoeren door een aan het gerecht verbonden functionaris – zoals een senior gerechtsjurist – die als gerechtsambtenaar niet met de rechtspraak is belast. De wet staat namelijk alleen toe dat de raadsheer-commissaris een opsporingsambtenaar opdraagt een getuige te horen. Het arrest geeft dus blijk van een onjuiste rechtsopvatting. De beslissing van de raadsheer-commissaris om de getuigen door een senior gerechtsjurist te laten verhoren, wordt vernietigd.
Wetingang:
Wet op de Ruimtelijke Ordening artikel 14
Wet op de Ruimtelijke Ordening artikel 60
Wetboek van Strafvordering artikel 316
Wetboek van Strafvordering artikel 420
Wetboek van Strafvordering artikel 177