Uit de evaluatie blijkt dat ongeveer 40% van de DGA’s onder de ondergrens van het wettelijk normbedrag zit. Dit komt doordat van de DGA’s met een loon onder de ondergrens bijna 90% een startende onderneming heeft (in de afgelopen drie jaar gestart) en tegelijkertijd 75% in deeltijd werkt (<36 uur). Het omvangrijke aandeel deeltijders valt deels te verklaren omdat zij ook elders werkzaamheden kunnen verrichten. Bij DGA’s waarvoor dit niet geldt, is er waarschijnlijk sprake van strategisch gedrag, van de wens om discussie met de Belastingdienst te voorkomen of van onwetendheid over de werking van de regeling. In het rapport worden drie beleidsopties benoemd ter verbetering van de doeltreffendheid:
-
het ontwikkelen van een waarderingsmethode voor het gebruikelijk loon om belastingplichtigen en de Belastingdienst te helpen aan een nauwkeurige invulling van het gebruikelijk loon;
-
een uitbreiding dan wel verbetering van de handhaving door de Belastingdienst;
-
een gerichte verhoging van het normbedrag (€ 56.000 in 2025) op basis van de loonsom.
Wetsartikelen:
Wet op de loonbelasting 1964 12a
[Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron]
Rubriek: Loonbelasting
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 2 juli
Informatiesoort: VN Vandaag