Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X BV voldoet aan de voorwaarden voor vrijstelling van accijns op ethanol, gebruikt voor kunstharsen die niet voor menselijke consumptie bestemd zijn.

Hof Arnhem-Leeuwarden overweegt dat de inspecteur niet verplicht is de aanslagregeling van fiscale partners gelijktijdig en gezamenlijk uit te voeren. Een correctie bij de aanslagregeling bij de partner leidt tot navordering van 50% bij X, ook al is in de aangifte een andere verdeling van de aftrekposten opgenomen. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk. X verzoekt om herziening van dit arrest. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk, omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a lid 1 Wet RO).

Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat X niet is geslaagd in de op haar rustende bewijslast dat een lager gebruikelijk loon van toepassing is. Het loon is terecht op het normbedrag gesteld. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

Hof Den Haag oordeelt dat de proceskostenvergoeding en de vergoeding voor het taxatierapport in een WOZ-zaak correct zijn vastgesteld door de rechtbank. X krijgt geen hogere vergoeding toegewezen. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat het door de inspecteur opvragen van informatie in Hong Kong niet strijdig is met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. X BV maakt niet aannemelijk dat er daadwerkelijk een bemiddelingsovereenkomst is gesloten met het trustkantoor in Hong Kong. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

Ter zitting bij Hof Arnhem-Leeuwarden komen partijen als compromis overeen dat het belastbaar inkomen uit werk en woning wordt vastgesteld op € 95.000.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X BV voldoet aan de voorwaarden voor vrijstelling van accijns op ethanol, gebruikt voor kunstharsen die niet voor menselijke consumptie bestemd zijn.

Hof Arnhem-Leeuwarden overweegt dat de inspecteur niet verplicht is de aanslagregeling van fiscale partners gelijktijdig en gezamenlijk uit te voeren. Een correctie bij de aanslagregeling bij de partner leidt tot navordering van 50% bij X, ook al is in de aangifte een andere verdeling van de aftrekposten opgenomen. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk. X verzoekt om herziening van dit arrest. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk, omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a lid 1 Wet RO).

Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat X niet is geslaagd in de op haar rustende bewijslast dat een lager gebruikelijk loon van toepassing is. Het loon is terecht op het normbedrag gesteld. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

Hof Den Haag oordeelt dat de proceskostenvergoeding en de vergoeding voor het taxatierapport in een WOZ-zaak correct zijn vastgesteld door de rechtbank. X krijgt geen hogere vergoeding toegewezen. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

Advocaat-generaal Koopman concludeert dat het voor de beslechting van het geschil niet nodig is om te oordelen over de stelling of een cumulatief preferent dividend van 1% als zakelijk kan worden beschouwd. De A-G adviseert de Hoge Raad dan ook om het cassatieberoep van X BV ongegrond te verklaren.

Hof ’s-Hertogenbosch verwerpt de grieven tegen de 4% belastingrente die aan X in rekening is gebracht over de periode 1 t/m 20 oktober 2020.

Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat X het vermoeden van ontvangst van de aangetekend verzonden rechtbankuitspraak niet heeft ontzenuwd. Het hoger beroep is niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

Hof ’s-Hertogenbosch stelt vast dat X de vereiste aangifte niet heeft gedaan en dat de door de inspecteur gemaakte schatting van het verzwegen inkomen redelijk is. Daarbij overweegt het hof dat de inspecteur mocht doorvragen na de constatering van de (mogelijke) omkering en verzwaring van de bewijslast. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).