De inspecteur legt X BV bij de aanslag vennootschapsbelasting 2021 een verzuimboete op. X BV dient op 4 juli 2023 bezwaar in en verzoekt om een kostenvergoeding. Op 28 augustus 2023 stelt X BV de inspecteur schriftelijk in gebreke wegens niet-tijdig beslissen en overlegt track-and-trace informatie over de verzending. De inspecteur ontvangt de ingebrekestelling op 15 september 2023 en beslist op 29 september 2023 op het bezwaar: de verzuimboete wordt verminderd tot nihil. Tegelijkertijd wordt een dwangsombeschikking opgelegd, waarin de inspecteur vermeldt dat X BV geen recht heeft op een dwangsom. X BV ontvangt op 11 september 2024 een dwangbevel en stelt op 7 oktober 2024 beroep in. De inspecteur vernietigt de boete op 9 november 2024. X BV stelt dat de verminderingsbeschikking als uitspraak op bezwaar moet gelden en dat het beroep verschoonbaar te laat is vanwege onduidelijkheid over de uitvoering. De inspecteur voert aan dat de uitspraak op bezwaar op 29 september 2023 is gedaan, dat de beroepstermijn is verstreken en dat de ingebrekestelling pas op 15 september 2023 is ontvangen, waarna tijdig is beslist. In geschil is of X BV tijdig beroep instelt tegen de uitspraak op bezwaar en daardoor aanspraak heeft op een dwangsom.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de brief van 29 september 2023 kwalificeert als uitspraak op bezwaar, omdat deze een definitieve beslissing en rechtsmiddelenverwijzing bevat. De latere verminderingsbeschikking is slechts de uitvoering van die beslissing. Omdat X BV pas op 7 oktober 2024 beroep instelt, overschrijdt zij de beroepstermijn van zes weken en is dit niet verschoonbaar. De rechtbank stelt vast dat de ingebrekestelling op 15 september 2023 bij de Belastingdienst is binnengekomen en dat de inspecteur binnen twee weken daarop heeft beslist. Er bestaat daarom geen recht op een dwangsom. Het beroep tegen de dwangsombeschikking is ongegrond en het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen.
Wetingang:
Algemene wet bestuursrecht artikel 4.17
Algemene wet bestuursrecht artikel 6.7
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 19 november
Informatiesoort: VN Vandaag