X heeft een tante die in juli 2023 is overleden. X is één van de vier erfgenamen. In augustus 2023 verkrijgt hij € 30.000 uit haar nalatenschap. Een neef doet de aangifte erfbelasting. In de aangifte staat dat de nalatenschap een waarde heeft van € 130.915. In geschil is of aan X terecht conform de aangifte een aanslag is opgelegd naar een verkrijging van € 32.728, een vierde gedeelte van € 130.915.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat na het overlijden van de tante kosten zijn gemaakt die ten laste van haar nalatenschap moeten komen. Er is dus geen aanleiding om de aanslag te verminderen. De aanslag is ook niet onrechtmatig, ondanks dat de inspecteur te laat op het bezwaar heeft beslist. Het beroep van X is ongegrond.
Wetingang:
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Rubriek: Schenk- en erfbelasting
Editie: 7 oktober
Informatiesoort: VN Vandaag