X VOF handelt in (schade)auto's, die worden ingekocht bij leasemaatschappijen en verzekeraars. In 2017 en 2018 verkoopt zij twaalf auto's aan een afnemer in Hongarije, waarbij het BTW-nultarief is toegepast. De afnemer heeft aldaar echter geen intracommunautaire verwervingen aangegeven en de meeste transacties zijn contant betaald. Volgens de inspecteur heeft X VOF niet geverifieerd of de bewuste contactpersoon wel bevoegd was om namens de afnemer te handelen. In geschil zijn de BTW-naheffingsaanslagen, alsmede de 50% vergrijpboeten van in totaal € 11.826. Rechtbank Gelderland verlaagt de boeten tot € 4730 (grove schuld en 20% matiging wegens het overschrijden van de redelijke termijn). X VOF stelt in hoger beroep dat zij een pleitbaar standpunt had.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X VOF de toepassing van het nultarief niet aannemelijk maakt. Uit de beschikbare stukken is namelijk niet vast te stellen of zij daadwerkelijk met de Hongaarse afnemer heeft gehandeld en de auto's aan hem zijn geleverd. Weliswaar heeft de afnemer twee deelbetalingen per bank aan haar gedaan, maar hieruit volgt niet dat hij de afnemer is. Voorts kan de afhaler van de auto's niet aan de afnemer worden gelinkt. Er waren daarnaast voldoende signalen dat sprake was van BTW-fraude. Zo had haar Google Maps-check een bedrijfspand met een andere naam laten zien. Er is geen pleitbaar standpunt, omdat er ondanks eerdere waarschuwingen van de inspecteur onvoldoende controle op de gang van zaken is uitgeoefend. Het beroep van X VOF is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetingang:

Wet op de omzetbelasting 1968 artikel 9

Algemene wet inzake rijksbelastingen artikel 67F