Stichting X behartigt de belangen van ondernemers in de palingsector. Daarvoor verricht zij collectieve en promotionele activiteiten, alsmede wetenschappelijk onderzoek. De BTW op kosten voor deze niet-economische activiteiten brengt zij volledig in aftrek. X heeft voor de gevangen paling daarnaast een duurzaamheidskeurmerk ontwikkeld, waarvoor zij BTW-belaste gebruiksrechtvergoedingen ontvangt. Volgens Rechtbank Gelderland kan X de voorbelasting ten aanzien van de niet-economische collectieve belangenbehartiging en de wetenschappelijke onderzoeken, alsmede die op de algemene kosten, niet aftrekken. De niet-economische activiteiten zijn niet nauw genoeg verbonden met de BTW-belaste exploitatie van het keurmerk of de BTW-belaste economische activiteiten. De naheffingsaanslagen zijn dus terecht. Wegens het overschrijden van de redelijke termijn worden de 10%-verzuimboeten wel gematigd. X gaat in hoger beroep.

Hof Arnhem-Leeuwarden bevestigt dat X geen recht heeft op aftrek van voorbelasting ten aanzien van de gemaakte kosten voor promotionele activiteiten en wetenschappelijk onderzoek. Het verlaagde BTW-tarief is voorts niet van toepassing op het project ‘uitzetten van glas- en pootaal’. Er wordt namelijk niet voldaan aan de voorwaarden van Tabel I post a.4. Met het Ministerie van Economische Zaken is weliswaar een “koop- en leveringsovereenkomst” gesloten, maar daarmee is geen sprake van een BTW-belaste levering. Met het uitzetten van de glas- en pootaal verkrijgt EZ niet de beschikkingsmacht daarover. De door de rechtbank gematigde boeten zijn passend en geboden. Ook al was X in het gelijk gesteld, dan nog zouden aanslagen resteren voor bedragen die de maximale verzuimboeten rechtvaardigen. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67c

Wet op de omzetbelasting 1968 Tab I-A art. 4

Wet op de omzetbelasting 1968 4

Wet op de omzetbelasting 1968 15