Rechtbank Den Haag oordeelt dat de informatie uit Zwitserland als nieuw feit heeft te gelden dat navordering rechtvaardigt. Het saldo van zowel de Zwitserse bankrekening als de betaling naar de rekening in Dubai zijn terecht in box 3 bij X en zijn echtgenote in aanmerking genomen.

X exploiteert met zijn echtgenote een juwelierszaak. Boven deze zaak is een kantoor gevestigd. In het kader van een strafrechtelijk onderzoek verricht de politie in 2008 diverse doorzoekingen. Hierbij zijn naast veel contant geld ook diamanten aangetroffen. Uit verklaringen en tapgesprekken blijkt dat X met een compagnon vanuit het kantoor geld uitleent tegen zeer hoge renten. X is in 2016 door de strafrechter veroordeeld tot 18 maanden cel voor gewoontewitwassen van circa € 510.000 in 2001 tot en met 2008. In 2019 ontvangt de inspecteur ook nog informatie uit Zwitserland, waaruit volgt dat X in 2010 tot en met 2014 over bankrekening met circa € 1 mln. beschikt en dat in september 2014 vrijwel het gehele saldo is overgeboekt naar Dubai. In geschil zijn de (navorderings)aanslagen in de IB-sfeer vanaf 2005 tot en met 2016.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de informatie uit Zwitserland als nieuw feit heeft te gelden dat navordering rechtvaardigt. X stelt vergeefs dat de inspecteur na het indienen van de aangiften nader onderzoek had moeten verrichten. X en zijn echtgenote hebben namelijk nimmer aangiften gedaan. Het saldo van zowel de Zwitserse bankrekening als de betaling naar de rekening in Dubai zijn terecht in box 3 bij X en zijn echtgenote in aanmerking genomen. X heeft als rekeninghouder van de Zwitserse rekening als rechthebbende daarvan te gelden en er is niet onderbouwd hoe hij als katvanger zou zijn gebruikt. Bij het berekenen van het belastbaar inkomen uit werk en woning voor 2005 tot en met 2008 zijn ten onrechte uitgaven voor hair-extensions van de vriendin van X aan hem toegerekend. De beroepen zijn daarom deels gegrond. X krijgt wegens het overschrijden van de redelijke termijn in (vrijwel geheel) de bezwaarfase ook een immateriële schadevergoeding van € 13.000.

[Bron Uitspraak]

Wetingang:

Algemene wet inzake rijksbelastingen artikel 16

Instantie: Rechtbank Den Haag

Rubriek: Strafrecht, Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht, Internationaal belastingrecht

Editie: 30 oktober

Informatiesoort: VN Vandaag

33

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen