Staatssecretaris Heijnen van Financiën heeft de Tweede Kamer geïnformeerd over enkele toezeggingen die minister Heinen van Financiën tijdens het wetgevingsoverleg over de Fiscale verzamelwet 2026 heeft gedaan.

Over het waarderingsvoorschrift buitenlandse beleggingsfondsen merkt Heijnen op dat het alsnog in de heffing van VPB betrekken van waardestijgingen tussen de aankoopwaarde in het verleden en de waardering ultimo 2024 kan worden beschouwd als belastingheffing met terugwerkende kracht.

Over het uitzonderen van de VPB-plicht voor woningcorporaties merkt Heijnen op dat mogelijk sprake is van staatssteun. Indien Nederland, opnieuw een VPB-vrijstelling wil invoeren, moet dit opnieuw aan de Europese Commissie worden voorgelegd ter goedkeuring. De hierover ingediende motie wordt ontraden.

Op de vraag naar de samenhang van lucratief belang met box 3 meldt Heijnen dat voordelen uit lucratief belang een hybride karakter hebben. Deze hebben feitelijk kenmerken van zowel arbeidsinkomen (box 1) als van een beleggingsopbrengst op geïnvesteerd kapitaal (box 3). Ook gaat de staatssecretaris in op de appreciatie van de ingediende amendementen.

[Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron]

Rubriek: Europees belastingrecht, Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 11 september

Informatiesoort: VN Vandaag

46

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen