X is een ‘revocable trust’ opgericht naar het recht van de staat North Carolina. Aan X is een aanslag vastgoedbelasting opgelegd ter zake van een woning die haar trustee en settler als hoofdverblijf ter beschikking staat. X stelt dat de aanslag ten onrechte aan haar is opgelegd, omdat zij niet expliciet als belastingplichtige is aangewezen en de woning voor vrijstelling in aanmerking zou moeten komen als eigen woning.
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba oordeelt dat de aanslag vastgoedbelasting terecht aan X is opgelegd. X is juridisch eigenaar van de woning en geldt daarom als genothebbende krachtens eigendom. Dat de trustee feitelijk de woning bewoont en de controle en het toezicht over de onroerende zaak heeft, doet daar niet aan af. Ook de vrijstelling voor de eigen woning uit art. 4.4 Belastingwet BES is volgens het hof niet van toepassing, omdat X een afgescheiden vermogen vormt van de trustee. Die fiscale keuze sluit toepassing van de vrijstelling uit. Het hof verklaart het hoger beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg.
Instantie: Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van
Rubriek: Belastingen overzeese Rijksdelen
Informatiesoort: VN Vandaag
Editie: 10 juli