X bv is werkgever in de zin van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen en heeft de uniforme premie arbeidsongeschiktheidskas over december 2008 op aangifte afgedragen. In geschil is of dat terecht is. Volgens Rechtbank Breda is het beroep van X bv niet-ontvankelijk voor zover het is gericht op de vernietiging van het Besluit Wfsv, Besluit Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen en het Besluit afschaffing PembaWAO en verklaart het beroep inzake de afdracht van de premie ongegrond. Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de rechtbank zich ten aanzien van de klachten tegen de genoemde besluiten onbevoegd had moeten verklaren. De rechtbank had tot uitdrukking moeten brengen dat de civiele rechter bevoegd is tot kennisname van geschillen over de rechtmatigheid van deze besluiten. Het beroep van X bv is slechts in zoverre gegrond. Voor wat betreft de afdracht van de premie oordeelt het hof dat de keuze van de wetgever om de gedifferentieerde premie ten behoeve van de arbeidsongeschiktheidskas te vervangen door een uniforme premie niet van redelijke grond is ontbloot. Het maakt niet uit dat werkgevers waarbij zich in verschillende mate arbeidsongeschiktheidsrisico´s manifesteren, gelijke premies betalen. Dit is geen verboden gelijke behandeling van ongelijke gevallen. Beide partijen gaan in cassatie. De Hoge Raad oordeelt dat het (hoger) beroep van X bv niet was gericht op de vernietiging van de betreffende besluiten van algemene strekking, doch slechts tegen de afdracht van uniforme wao-premie. De gedeeltelijke niet-ontvankelijkheidverklaring van de rechtbank was dus niet terecht en het hof had de uitspraak van de rechtsbank slechts in zoverre moeten vernietigen. De klachten van X bv kunnen niet tot cassatie leiden (art. 81 Wet RO). Het beroep van X bv is ongegrond.
Gerelateerde artikelen
Rijnvarende met Liechtensteinse werkgever heeft geen recht op vrijstelling van PVV-premies
In hoger beroep bevestigt Hof 's-Hertogenbosch dat de inspecteur in het kader van de premieheffing is gebonden aan een door de Svb afgegeven A1-verklaring. X is in 2016 en 2018 dan ook verplicht verzekerd voor de Nederlandse socialezekerheidswetgeving. De door Liechtenstein afgegeven A1-verklaring doet daar niet aan af.
Fiscale maatregelen Voorjaarsnota 2025
Minister Heinen van Financiën heeft de Voorjaarsnota 2025 aangeboden aan de Tweede Kamer. Hieraan ontlenen wij de volgende fiscale maatregelen.
Ook Hoge Raad vindt schoonmaken via app Helpling uitzendwerk
Schoonmakers die via het inmiddels failliete onlineplatform Helpling huishoudelijk werk deden, waren feitelijk uitzendkrachten. Dat oordeelt de Hoge Raad in een langlopende zaak over de positie van schoonmakers in de platformeconomie.
Liechtensteinse premies niet te verrekenen als ze niet naar SVB zijn overgemaakt
In hoger beroep bevestigt Hof 's-Hertogenbosch dat de inspecteur in het kader van de premieheffing is gebonden aan een door de SVB afgegeven A1-verklaring. X is in 2016 verplicht verzekerd in Nederland. De in het buitenland geheven premies zijn niet te verrekenen omdat er geen aanwijzingen zijn dat de premies zijn overgemaakt naar de SVB.
Nieuwe versie van kennisdocument Wet tegemoetkomingen loondomein
Op de website van de Rijksoverheid staat een nieuwe uitgave van het Kennisdocument Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl). Het gaat om versie 14.0 van april 2025.
Rijnvarende met Luxemburgse werkgever is in Luxemburg premieplichtig
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat voor de periode 1 januari 2015 - 31 mei 2015 de Luxemburgse socialezekerheidswetgeving van toepassing is op Rijnvarende X. Volgens het hof is de Rijnvarendenovereenkomst namelijk van toepassing.