De civiele kamer van Hof Amsterdam oordeelt dat sprake is van een opdrachtovereenkomst tussen belastingadviseur X en Otentica. Otentica moet dan ook de factuur betalen voor de door X in het kader van de herstructurering verrichte werkzaamheden. Ook zonder schriftelijke opdrachtbevestiging is een overeenkomst van opdracht tot stand gekomen.

Belastingadviseur X verricht werkzaamheden voor de herstructurering van Otentica Holding BV. In september 2022 stuurt X een nota van € 7139, inclusief BTW, naar Otentica in verband met de door hem verrichte werkzaamheden. Otentica is het echter niet eens met de factuur. Zij stelt dat zij niet de opdracht aan X heeft gegeven voor het verrichten van de werkzaamheden, maar dat een van de aandeelhouders of financiers dat heeft gedaan. Daarnaast is de nota ook te hoog volgens Otentica.

De civiele kamer van Hof Amsterdam oordeelt dat sprake is van een opdrachtovereenkomst tussen belastingadviseur X en Otentica. Otentica moet dan ook de factuur betalen voor de door X in het kader van de herstructurering verrichte werkzaamheden. Ook zonder schriftelijke opdrachtbevestiging is een overeenkomst van opdracht tot stand gekomen. Het hof overweegt daarbij dat X naar aanleiding van een bespreking over zijn rol en tarieven de leiding over de fiscale aspecten van het herstructureringstraject op zich heeft genomen en dat hij rechtstreeks communiceerde met Otentica, instemming vroeg voor voorstellen en de herstructurering uitwerkte, inclusief het oplossen van onvoorziene complicaties rond de aandelenstructuur. De werkzaamheden werden zonder enig voorbehoud door Otentica geaccepteerd. Volgens het hof mocht X er gerechtvaardigd op vertrouwen dat hij in opdracht van Otentica handelde en dat zijn werkzaamheden door de vennootschap zouden worden vergoed, omdat zowel de context van de herstructurering als de gedragingen van Otentica daarop wezen. Ook is van belang dat het in dergelijke trajecten gebruikelijk is dat de vennootschap zelf de kosten draagt van externe adviseurs die voor haar herstructurering worden ingeschakeld en dat er geen aanwijzingen zijn dat hier een afwijkende afspraak zou gelden. Verder zijn zowel het urenaantal als het tarief redelijk, mede gezien de complexiteit van de herstructurering en de door X nader gespecificeerde urenverantwoording.

[Bron Uitspraak]

Wetingang:

Burgerlijk Wetboek Boek 3 artikel 35

Burgerlijk Wetboek Boek 3 artikel 37

Burgerlijk Wetboek Boek 6 artikel 217

Rubriek: Civiel recht algemeen, Fiscaal ondernemingsrecht, Verbintenissenrecht

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 10 oktober

Informatiesoort: VN Vandaag

37

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen