De Hoge Raad oordeelt dat een wrakingsverzoek ook kan worden gedaan bij de behandeling van een verzoek tot herziening, maar dat de gemachtigde in casu de bevoegdheid om wrakingsverzoeken in te dienen, misbruikt.

Namens A is door de gemachtigde, X, een verzoek tot herziening ingediend van het arrest nr. 11/02055. De Hoge Raad had het desbetreffende beroep in cassatie op 7 oktober 2011 zonder motivering (art. 81 Wet RO) afgedaan. Bij brief van 5 april 2012 is aan X meegedeeld dat op 13 april 2012 de beslissing in het openbaar zal worden uitgesproken. Tevens is daarin meegedeeld dat het arrest zal worden gewezen door de leden Schaap, Koopman en Groeneveld. X wraakt vervolgens deze raadsheren.

De Hoge Raad oordeelt dat een wrakingsverzoek ook kan worden gedaan bij de behandeling van een verzoek tot herziening. Ten aanzien van de gewraakte raadsheren stelt X echter vergeefs dat zij onder meer "groen licht hebben gegeven aan corruptie en anarchie en duidelijk hebben gemaakt dat de rechterlijke macht als het gaat om fouten verbergen een corrupt zooitje is". Deze en overige kwalificaties berusten volgens de Hoge Raad namelijk niet op door X aangevoerde concrete feiten of omstandigheden die erop wijzen dat de rechterlijke onpartijdigheid van deze raadsheren schade zou kunnen lijden. Het verzoek om wraking wordt afgewezen. Verder wordt overwogen dat X de bevoegdheid om wrakingsverzoeken in te dienen misbruikt en beslist dat een volgend wrakingsverzoek door X in de onderhavige procedure niet meer in behandeling zal worden genomen.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hoge Raad

0

Gerelateerde artikelen