Advocaat-generaal Ćapeta concludeert dat het niet in strijd is met het EU-recht dat hotels in Duitsland verplicht zijn om prestaties zoals ontbijt afzonderlijk tegen het standaard BTW-tarief te belasten. Dit geldt ook wanneer het bij die prestaties gaat om nevenprestaties bij de kortdurende verhuur.

J‑GmbH exploiteert een hotel en restaurant. De hotelgasten kunnen ook van een ontbijt genieten en verder hun auto bij de accommodatie parkeren. J-GmbH merkt haar dienstverlening aan als één prestatie en past daarbij het verlaagde BTW‑tarief van 7% toe. De Duitse fiscus is echter van mening dat J-GmbH op het ontbijt en de parking het tarief van 19% moet toepassen. Er is namelijk sprake van afzonderlijke, zelfstandige diensten die geen nevenprestaties vormen bij de verhuur. J-GmbH is het daar niet mee eens. De Duitse rechter stelt prejudiciële vragen in deze zaak en die van twee andere belastingplichtigen (D en D GmbH & Co. KG) waar dezelfde kwestie speelt.

Advocaat-generaal Ćapeta concludeert dat het niet in strijd is met het EU-recht dat hotels in Duitsland verplicht zijn om prestaties zoals ontbijt afzonderlijk tegen het standaard BTW-tarief te belasten. Dit geldt ook wanneer het bij die prestaties gaat om nevenprestaties bij de kortdurende verhuur, die tegen het lage BTW-tarief is belast. De BTW-richtlijn verzet zich niet tegen de in de Duitse regeling vastgelegde verplichting om deze diensten voor BTW‑doeleinden te splitsen, ook al is het boeken van een kamer inclusief ontbijt de enige beschikbare optie voor klanten.

[Bron Uitspraak]

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie

Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting

Editie: 30 september

Informatiesoort: VN Vandaag

57

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen