Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat een verklaring afgelegd vóór het geven van cautie en zonder rechtsbijstand niet mag dienen als bewijs voor opzet bij een belastingboete. Hierdoor resteert slechts grove schuld en wordt de boete gematigd.

X BV vormt een fiscale eenheid voor de omzetbelasting en handelt via een werkmaatschappij in auto’s. In 2015 en 2016 levert de werkmaatschappij auto’s aan twee Hongaarse vennootschappen en past het nultarief toe. De Belastingdienst voert een boekenonderzoek uit naar deze leveringen. Op 26 augustus 2016 spreekt een controleambtenaar met de bestuurder van X BV zonder aanwezigheid van een belastingadviseur; tijdens dit gesprek, waarin pas later cautie wordt gegeven, verklaart de bestuurder dat e-mails over transacties soms worden verwijderd. Op basis van deze verklaring en andere gegevens legt de inspecteur naheffingsaanslagen en vergrijpboeten op. X BV stelt dat de verklaring niet mag worden gebruikt voor het bewijs van opzet en dat de boete verder gematigd moet worden. In eerdere procedures staat vast dat X BV ten minste grove schuld treft en dat de naheffingen blijven staan. Na cassatie richt het geschil zich op de vraag of de verklaring van 26 augustus 2016 mag dienen als bewijs voor opzet bij de boeten.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat het gesprek vanaf het begin een verhoor in punitieve zin is, waardoor de bestuurder direct op zwijgrecht en recht op rechtsbijstand had moeten worden gewezen. De cautie is te laat gegeven en rechtsbijstand is niet geboden. Het hof weegt dat deze verklaring het enige bewijs voor opzet vormt en dat het verzuim geheel aan de inspecteur te wijten is. Gebruik van deze verklaring zou het recht op een eerlijk proces schenden. Daarom sluit het hof de verklaring uit van bewijs voor de boeten. Uitgaande van grove schuld stelt het hof de boete vast op 25% van de naheffing, vervolgens verminderd met 15% wegens termijnoverschrijding. Het hoger beroep is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetingang:

Algemene wet inzake rijksbelastingen artikel 67F

Algemene wet bestuursrecht artikel 5.10A

Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden artikel 6

Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten artikel 14

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 20 oktober

Informatiesoort: VN Vandaag

446

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen