Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X geen recht heeft op het verlaagde tarief overdrachtsbelasting. Het gebruik van de woning als hoofdverblijf kwalificeert als tijdelijk en niet duurzaam.

X koopt op 28 april 2023 een appartementsrecht voor een woning die op 7 juni 2023 wordt geleverd. In de leveringsakte verklaart X de woning anders dan tijdelijk als hoofdverblijf te gaan gebruiken. Voorafgaand aan de levering woont X langere tijd bij zijn ouders. In mei 2023 ontmoet X zijn partner, met wie hij in september besluit samen een andere woning te kopen. X schrijft zich per 25 juli 2023 in op het adres van de woning, maar zet de woning in september te koop en schrijft zich per 27 oktober 2023 uit op het adres van de woning en in bij zijn partner. Het energie- en waterverbruik in de woning is extreem laag gedurende de periode van eigendom en X probeert contracten voor gas, water en elektriciteit stop te zetten. In november 2023 verkoopt X de woning, die op 8 januari 2024 wordt geleverd aan de nieuwe eigenaar. X beroept zich op het verlaagde tarief van 2% op grond van artikel 14 lid 2 Wbr en voert verklaringen van derden aan ter onderbouwing van zijn feitelijke, anders dan tijdelijke verblijf.

In geschil is of X de woning anders dan tijdelijk als hoofdverblijf gebruikt, zodat het verlaagde tarief overdrachtsbelasting van toepassing is.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat hij de woning anders dan tijdelijk als hoofdverblijf gebruikt. Het extreem lage energie- en waterverbruik en de pogingen van X om contracten voor gas, water en elektriciteit te beëindigen, ondersteunen het standpunt van de inspecteur dat het verblijf tijdelijk is. De verklaringen van derden tonen feitelijk verblijf aan, maar niet dat de woning het centrale levenspunt van X vormt. Het argument van X dat het verlaagde tarief moet gelden wegens het onverwacht ontmoeten van zijn partner kwalificeert niet als onvoorziene omstandigheid in de zin van artikel 15a WBR. De rechtbank handhaaft de naheffingsaanslag en het algemene tarief blijft van toepassing.

[Bron Uitspraak]

Wetingang:

Wet op belastingen van rechtsverkeer artikel 14

Wet op belastingen van rechtsverkeer artikel 15A

Wet op belastingen van rechtsverkeer artikel 15A

Algemene wet inzake rijksbelastingen artikel 4

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer

Editie: 3 oktober

Informatiesoort: VN Vandaag

19

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen