X koopt op 9 april 2018 een roerend chalet op een vakantiepark, niet voor eigen gebruik, maar om een gezin te huisvesten tegen een kleine vergoeding. Op 28 december 2018 verkoopt X het chalet met een vermogensverlies. De verkoopopbrengst ontvangt X in 2019. In de aangifte IB/PVV 2019 brengt X het verlies in aftrek als restant persoonsgebonden aftrek, omdat hij geen passende rubriek in de aangifte vindt. De inspecteur wijst X erop dat dit bedrag niet op de aanslag 2018 staat en daarom niet in 2019 aftrekbaar is. In geschil is of het vermogensverlies uit 2018 in de procedure over de aanslag IB/PVV 2019 alsnog in aftrek kan komen.
Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat deze procedure uitsluitend de aanslag IB/PVV 2019 betreft en dat X geen tijdig bezwaar of beroep heeft ingesteld tegen de aanslag 2018. Het hof kan daarom niet beoordelen of het verlies in 2018 aftrekbaar is. Het hof voegt hieraan toe dat een tijdig bezwaar tegen 2018 geen resultaat zou opleveren: het chalet valt in box 3 en X heeft in 2018 geen inkomsten aangegeven in box 3. Het belastbaar inkomen in box 3 kan niet negatief zijn, zodat een negatief inkomen in box 3 niet tot een teruggaaf kan leiden van de belasting die X is verschuldigd over het inkomen uit box 1. Het hof verklaart het hoger beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de rechtbank.
Wetingang:
Wet inkomstenbelasting 2001 artikel 5.2
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Rubriek: Inkomstenbelasting
Editie: 16 oktober
Informatiesoort: VN Vandaag