X en haar partner zijn gezamenlijk eigenaar van een woning die zij als eigen woning aanmerken. Voor de jaren 1997 tot en met 2004 sluiten zij met de gemeente een compromis over een lagere WOZ-waarde, vastgelegd in een brief uit 2002. Voor het jaar 2020 stelt de gemeente een aanzienlijk hogere WOZ-waarde vast. X dient haar aangifte IB/PVV 2020 in op basis van de lagere WOZ-waarde en brengt betaalde griffierechten en portokosten als voorheffingen in mindering. De inspecteur wijkt bij het opleggen van de aanslag af van de aangifte, past het eigenwoningforfait en de aftrek wegens geringe eigenwoningschuld aan, corrigeert de voorheffingen en hanteert de hogere WOZ-waarde. De inspecteur constateert dat de aanslag feitelijk te laag is vastgesteld, maar besluit niet na te vorderen. X maakt bezwaar, maar de inspecteur verklaart het bezwaar ongegrond. In beroep bij de rechtbank en vervolgens in hoger beroep bij het hof voert X aan dat het vertrouwensbeginsel toepassing van de lagere WOZ-waarde rechtvaardigt en dat de genoemde kosten als voorheffingen moeten gelden. Daarnaast verzoekt X om uitstel van de zitting, dat door de rechtbank wordt afgewezen. De zaken van X en haar partner worden gezamenlijk behandeld. In geschil is of X op grond van het vertrouwensbeginsel recht heeft op toepassing van de lagere WOZ-waarde en of betaalde griffierechten en portokosten als voorheffingen in mindering komen.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat het vertrouwensbeginsel X niet beschermt, omdat de inspecteur het in het verleden gewekte vertrouwen op toepassing van de lagere WOZ-waarde expliciet heeft opgezegd. Het hof benadrukt dat de lagere WOZ-waarde slechts geldt voor de jaren tot en met 2004 en dat voor latere jaren de actuele waarde bepalend is. De betaalde griffierechten, portokosten en de bijdrage Zorgverzekeringswet kwalificeren niet als voorheffingen volgens de Wet IB 2001. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 9.2
Wet inkomstenbelasting 2001 3.111
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 28 juli
Informatiesoort: VN Vandaag