Onderdelen 3.3 en 3.4 van het Besluit over schenk- en erfbelasting van de Minister van Financiën van 5 juli 2010, DGB2010/872M, Stcrt. 2010, 10783, V-N 2010/34.12, vervallen op 1 januari 2026. Vanaf deze datum wordt in art. 11 SW 1956 geregeld hoe een breukdelengemeenschap voor de heffing van erf- en schenkbelasting wordt behandeld.
Onderdelen 3.3 en 3.4 van het Besluit over schenk- en erfbelasting van de Minister van Financiën van 5 juli 2010, DGB2010/872M, Stcrt. 2010, 10783, V-N 2010/34.12, vervallen op 1 januari 2026. Vanaf deze datum wordt in art. 11 SW 1956 geregeld hoe een breukdelengemeenschap voor de heffing van erf- en schenkbelasting wordt behandeld. Het Belastingplan 2026 wijzigt art. 11 SW 1956 op 1 januari 2026.
Onderdeel 3.3 bevat een goedkeuring dat een breukdelengemeenschap – een huwelijksgemeenschap waarin echtgenoten ongelijke aandelen hebben – in specifieke gevallen niet tot een schenking leidt. Onderdeel 3.4 bevat een voorbeeld van een situatie waarin sprake is van een schenking als een beperkte gemeenschap wordt aangegaan.
Dit Besluit van de Staatssecretaris van Financiën van 17 december 2025, Stcrt. 2025, 39607, wijzigt het Besluit van 5 juli 2010, Stcrt. 2010, 10783, V-N 2010/34.12. Dit besluit was als laatst gewijzigd bij besluit van 29 maart 2018, Stcrt. 2018, 18050, V-N 2018/18.21.
De wijziging treedt in werking op 1 januari 2026.
Wetingang:
Rubriek: Schenk- en erfbelasting
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 25 december
Informatiesoort: VN Vandaag