Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de heffingsambtenaar niet kan bewijzen dat hij de naheffingsaanslag parkeerbelasting eerder heeft verzonden dan X stelt omdat hij geen verzendadministratie heeft. De naheffingsaanslag blijft wel in stand omdat X onvoldoende parkeerbelasting heeft voldaan.

X parkeert haar auto op 1 juli 2023 op een locatie waar betaald parkeren geldt. Zij betaalt met een parkeerapp. Tijdens een controle constateren parkeercontroleurs dat onvoldoende parkeerbelasting is voldaan omdat X ten onrechte een andere zone selecteert in de betalingsapp waarbij zij het eerste kwartier niet hoeft te betalen. De gemeente legt op 3 juli 2023 een naheffingsaanslag parkeerbelasting op, bestaande uit belasting en kosten. X maakt op 21 augustus 2023 bezwaar, op de dag dat zij bekend wordt met de naheffingsaanslag door een aanmaning. De gemeente verklaart het bezwaar niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. In geschil is of X haar bezwaar tijdig heeft ingediend en voldoende parkeerbelasting heeft voldaan.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de heffingsambtenaar niet kan bewijzen dat hij de naheffingsaanslag eerder dan 21 augustus 2023 heeft verzonden omdat hij geen verzendadministratie bijhoudt. X heeft tijdig bezwaar ingediend. De heffingsambtenaar maakt wel aannemelijk dat X de verkeerde zone selecteerde. De naheffingsaanslag blijft in stand.

[Bron Uitspraak]

Wetingang:

Gemeentewet artikel 225

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 14 november

Informatiesoort: VN Vandaag

25

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen