Hof Den Haag oordeelt dat het vooraf heffen van griffierecht en de Nederlandse BPM-regeling niet in strijd zijn met Unierechtelijke beginselen.

X BV voldoet op 24 september 2021 BPM op aangifte voor een gebruikte Mercedes-Benz GLC Coupé. X BV dient vervolgens een gewijzigde aangifte in met een lager BPM-bedrag, gebaseerd op een aangepast taxatierapport met gewijzigde handelsinkoopwaarde en schadeaftrek. In hoger beroep voert X BV diverse Unierechtelijke argumenten aan, waaronder strijd met art. 110 VWEU. Daarnaast stelt X BV dat dat het Unierecht de lidstaten verbiedt om voorafgaand aan de behandeling en de uitspraak griffierecht te heffen.

Hof Den Haag oordeelt dat het vooraf heffen van griffierecht en de Nederlandse BPM-regeling niet in strijd zijn met Unierechtelijke beginselen. De bewijslast voor schadeaftrek en kilometerstandcorrectie rust op X BV, die hierin niet slaagt. Bij het berekenen van de verschuldigde BPM is de dieseltoeslag vergeten. Het beroep op interne compensatie van de inspecteur wordt gehonoreerd. Om zich op interne compensatie te kunnen beroepen, is niet vereist dat de inspecteur incidenteel hoger beroep instelt. De compensatie geeft geen recht op vergoeding van rente. Het hof verklaart het hoger beroep van X BV ongegrond, zonder recht op aanvullende schadevergoeding of proceskosten.

[Bron Uitspraak]

Wetingang:

Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 artikel 10

Uitvoeringsregeling belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 artikel 8

Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden artikel 6

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie artikel 110

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie artikel 267

Instantie: Hof Den Haag

Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 16 oktober

Informatiesoort: VN Vandaag

9

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen