Aanleiding is de toezegging onderzoek te doen naar deze “familievrijstelling” en de uitbreiding daarvan binnen de directe familiekring en naar de partner van de ondernemer. Onder de directe familiekring moet worden verstaan de rechte lijn, dat wil zeggen (klein)kinderen en (groot)ouders. Daarnaast is gekeken naar een uitbreiding naar neven en nichten van de ondernemer. De optie van uitbreiding naar de partner van de ondernemer sluit het meest aan bij het doel van de vrijstelling om versnippering ingeval van vererving te voorkomen. In beginsel zorgt een uitbreiding van de familievrijstelling in de overdrachtsbelasting voor een kleinere grondslag. Dit zorgt voor een budgettaire derving.
Ook ziet het kabinet vooralsnog geen redenen om de huidige, nieuwe voorwaarden van de kavelruilvrijstelling aan te passen en maatregelen voor te stellen. De Belastingdienst voert wel periodiek overleg met de vertegenwoordigers van de (agrarische) sector. De aldaar aangedragen punten zien op de landbouweis en de voortzettingseis. De voortzettingseis is noodzakelijk en proportioneel.
De kern van de cultuurgrondvrijstelling is het daadwerkelijke gebruik van de grond en niet de hoedanigheid van de koper. Een motie vraagt te onderzoeken of de werking van de vrijstelling kan worden aangepast door deze uit te sluiten voor niet-agrariërs. Ook deze kwestie wordt besproken in een overleg met de agrarische sector. Ook loopt een bredere evaluatie naar verschillende vrijstellingen in de overdrachtsbelasting, waarvan de resultaten eind 2025 worden verwacht.
Wetsartikelen:
Wet op belastingen van rechtsverkeer 15
Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 11 juli
Informatiesoort: VN Vandaag