X bv exploiteert een jachthaven en betwist een aanslag watertoeristenbelasting. Zij vindt dat de gemeentelijke verordening watertoeristenbelasting onverbindend is vanwege strijd met het gelijkheidsbeginsel. Volgens X bv zijn er geen steekhoudende redenen om haar niet gelijk te behandelen met watersportverenigingen die zijn vrijgesteld van de belasting.
Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat het onderscheid dat de gemeente Maasgouw bij de watertoeristenbelasting maakt tussen watersportverenigingen en de jachthaven in strijd is met het gelijkheidsbeginsel. Het hof vernietigt de aan jachthaven X bv opgelegde aanslag. De verordening bevat een vrijstelling voor boten van leden van watersportverenigingen die in de gemeente zijn gevestigd. De gemeenteraad heeft die vrijstelling ingevoerd omdat leden van watersportverenigingen volgens haar “geen toeristen” zijn maar sporters, en omdat Maasgouw een bovengemeentelijke sportfunctie vervult. Deze onderbouwing is ondeugdelijk. Uit de statuten van een vrijgestelde vereniging blijkt dat ook recreatief en toeristisch gebruik is toegestaan. Bovendien heeft een vrijgestelde Duitse vereniging voornamelijk toeristische leden. De aanname dat leden van watersportverenigingen niet als toeristen aanwezig zijn, is daarmee onhoudbaar. De jachthaven verkeert feitelijk in een gelijke positie als de vrijgestelde verenigingen: zij stelt ligplaatsen ter beschikking aan niet-ingezetenen die op boten verblijven. Omdat geen objectieve en redelijke rechtvaardigingsgrond voor het onderscheid bestaat, verklaart het hof de vrijstellingsbepaling onverbindend en vernietigt de aanslag.
Wetingang:
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 7 oktober
Informatiesoort: VN Vandaag